[Adrianus van Deinse]
DEINSE (Adrianus van), of van Deinzen, was een broederszoon van den voorgaande, en zoon van Anthonie van Deinse, Apotheker te Vere, en Rachel Karreman. Hij werd te Vere geboren, werd in 1683 proponent en kort daarop beroepen te Baarland. Hij vertrok in 1687 naar Westsouburg en van daar in 1689 naar Vlissingen, waar hij, beroemd als een zeer godvruchtig man, den 14 April 1727 overleed, gehuwd geweest zijnde met Susanna Fasceel, die hem twee dochters en twee zonen schonk; een waarvan, Antonie genaamd, predikant te Aardenburg was. Als eene bijzonderheid omtrent hem wordt gemeld, dat hij den 119den Psalm als een vervolgstof geheel heeft afgepreêkt. Zijn naam is evenwel in aandenken door het merkwaardig gesprek dat hij hield, met den Israëliet Jacob Verschoor, hetwelk ons Vrolikhert in zijnen Vlissingschen Kerkhemel bewaard heeft.
Zie dat werk bl. 191-195.