[Johannes van Dam]
DAM (Johannes van), was eerst praeceptor te Gorinchem, vervolgens in 1716 der derde klasse te Dordrecht, in 1720 conrector te Delft, en sedert 1731 te Dordrecht. Hij aanvaardde die betrekking den 13den Junij van dat jaar met eene: Oratio de Geographiae cum aliis disciplinis ae scientiis cognatione, die werd uitgegeven. In 1734 beriepen hem curatoren der Alkmaarsche school tot haren rector, doch die der Dordsche beloofden hem de survivance van het rectoraat en hij bleef. Den 11den Maart 1740 hield hij zijne: Oratio inauguralis de artibus et linguis in scholis tractandis. Hij werd voor een geleerd man gehouden en moet buitengemeen bedreven in de aardrijkskunde geweest zijn. Hij overleed in 1761.
Zie Boekz. der gel. Wercld, 1730 b. bl. 482, 1739 b. bl. 204, 1740 a. bl. 433; Vrolikhert, Vliss. Kerkk., bl. 368; Schotel, de Illustr. school te Dordr., bl. 146, 147.