[Mr. Nicolaes van Dam]
DAM (Mr. Nicolaes van), werd bij de oprigting der Leidsche hoogeschool in 1575, tot Hoogleeraar in de wijsbegeerte en bijzonder in de Rhetorica aangesteld, in welke betrekking hij werkzaam was tot het jaar 1579, toen hij op den 28sten Februarij, ten gevolge van zijn sterk aanhouden, loffelijk ontslagen werd. Hij werd in 1583 predikant te Groote Lind, doch woonde wegens gebrek aan eene goede woning aldaar te Dordrecht; ten gevolge daarvan werd hij tevens rector der school te Dordrecht, doch vertrok reeds in 1585 naar den Briel, van waar hij van 1606 tot 1607 bij leening te 's Hage werkzaam was, eindelijk weder bij leening naar Goedereede vertrok, en aldaar in 1615 emeritus werd. Hij overleed in 1616 en wordt genoemd een man van groote eruditie, capaciteit en discipline. Hij was de vriend van een aantal geleerden van zijnen tijd, en bij velen hoog gezien. Hij was gehuwd met Elisabeth, Jan Hubrechts dochter. De volgende was waarschijnlijk hun zoon.
Zie Soermans, Kerk. Reg. van Zuid-Holl., bl. 31, 109, 123, 128; Siegenbeek, Geschied. der Leidsche Hoogesch., D. I. bl. 29, Toev. en Bijl. bl. 55, 56; Schotel, Kerk. Dordr., D. I. bl. 256; dezelfde, de Illustr. School te Dordr., bl. 22; de Navorscher, D. VI. bl. 289.