[Anthony van Cuyck]
CUYCK (Anthony van), ook Cautius of Cauchius, zoon van den voorgaande, werd geboren te Utrecht, omstreeks 1530. Hij studeerde in Italië, en was even als zijn vader een zeer geleerd man. Het berigt van de Chalmot, dat hij rector geweest is, is moeijelijk overeen te brengen met de door hem bekleede betrekkingen. Hij was van 1568 tot 1575 schepen te Utrecht en werd den 14den Junij 1592 aangesteld tot advokaat der staten van Utrecht, welke betrekking hij tot 1601 waarnam. De tijd van zijn overlijden is onbekend. Hij was gehuwd met Margaretha Boll, dochter van Johannes Boll, burgemeester van Utrecht, en Aleida van Eede. Hun zoon Timannus volgt. Hij had gemeenzamen omgang met Justus Lipsius en met meer andere beroemde mannen van zijnen tijd. Hij schreef:
Grammatica Gallica. Basel, 1570, 8o. Antv. 1576, 8o. Straatsb. 1586, 8o.
Grammatica Latina. Antv. 1577 en 1581, 8o.
Zie Sweertius, Ath. Belg., p. 131; Burman, Traj. Erud., p. 81, 82; Jöcher, Gelerht. Lexicon., alwaar hij verkeerdelijk een Fransch edelman genoemd wordt; de Chalmot, Biogr Woordenb.; Tegenwoord. Staat van Utr., D. I. bl. 218.