Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 3

[Robbert van Croy]

CROY (Robbert van), broeder van de drie voorgaanden, werd geboren omstreeks het jaar 1500. In 1519 verkreeg hij het bisdom van Kamerijk, toen zijn broeder tot Aartsbisschop van Toledo werd verheven. Met zeer veel pracht en grooten luister deed hij in die stad zijne intrede, en in staat zijnde zijn bisdom te besturen, werd hij geordend en bediende op den 4^den Augustus 1529 de eerste mis. Hij was in 1546 op het concilie van Trente, en hield in 1550 eene synode, alwaar hij het Interim, op last des Keizers vervaardigd, liet afkondigen. Hij overleed den 31^sten Augustus 1556, en werd in de hoofdkerk begraven, alwaar eene prachtige graftombe van wit marmer voor hem werd opgerigt. Hij was om zijne goede eigen-

[p. 877]

schappen en vreedzaam bestuur zeer bemind en geëerd, en door zijne bezorging kwam in het licht:

Acta et decreta Synodi Dioecesanae Cameracensis etc., benevens Antiqua statuta synodalia Cameracensis Dioecesis etc. Paris. 1551, meermalen herdrukt.

Zie van Hoogstraten, Woordenboek, D. III. bl. 407, die zijn sterfjaar verkeerdelijk in 1550 stelt; van Loon, beschrijv. der Nederl. Hist. penn., D. I. bl. 34, 52; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; (A. van Gils), Kath. Meijer. Memorieb., bl. 57.