[Jacob Cornelisz]
CORNELISZ (Jacob), werd geboren te Oostzaandam in de laatste helft der vijftiende eeuw. In 1512 was hij de tweede meester van Joan van Schoorl. Hij heeft lange jaren te Amsterdam gewoond en is aldaar overleden. In de Oude kerk aldaar was in vroegeren tijd een uitvoerig en wel behandeld altaarstuk van hem, verbeeldende eene Afneming van het Kruis, alsmede de zeven werken van barmhartigheid. Zij zijn in de beeldstorming vernield. Van hem komt ook voor op het koninklijk paleis te Amsterdam, een stuk met zestien handboogschutters, met het jaarmerk 1553.
In 1522 schilderde hij het oordeel in de Groote kerk te Hoorn. Hij was ook houtgraveur. Er bestaan van hem 12 ronde passiestukken, die een sieraad zijn van de hollandsche school, ofschoon het betwijfeld wordt, dat zij door hem vervaardigd zijn. Verder 18 stuks ruiters; eene vierkante Passie in verscheiden stukken; op eene lange strook een doortogt van Volk en het leven en lijden van Christus in 60 kleine stukjes. Ook zijn de plaatjes uit het boekje over het zoogenaamde Amsterdamsch Mirakel, in 1518 gedrukt, door hem gesneden. Zijn zoon Dirk was mede een niet onverdienstelijk schilder, die in 1567 overleed en van wien mede stukken op het oude stadhuis en in de Kolveniers Doelen voorhanden waren.
Zie Le Long, Ref. van Amst., bl. 501; Velins, Kronijk van Hoorn, (Hoorn 1740, 4o.) bl. 218, 219; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; Collot d'Escury, Holl. Roem, D. III. Aant. bl. 209, 210; Immerzeel, Lev. en Werk. der Kunsts.; Kramm, Lev. en Werk. der Kunstsch.