met Joost Hendriks, over den dood van Christus. Zijne afbeelding door van den Hoove naar C. de Visscher ziet het licht. Zijne zinspreuk was: Doet altijd wel en ziet niet om.
Hij schreef, behalve twistschriften tegen Joost Hendriks:
Zes predikatiën over het lijden van Jezus Christus, 12o.
Christelijke betrachtingen, 12o.
Over de 1ste Algemeene Sendbrief van Johannes, het III Capittel, 12o.
Grondslag der Godsaligheid, 1650, 8o.
Onciersel en cieraet van de Godtsalige vrouwen, enz. Amst. 1652.
Spiegel der dischgenooten Christi enz., Amst. 1662. Herdrukt 1729. 8o.
Hij overleed omstreeks 1663.
Zie Schijn, Geschied. der Mennon, D. III. bl. 289; Kok, Vaderl Woordenb., D. X. bl. 542; van Abcoude, Naamreg. van Nederd. Boek., D. I. St. III; Mourik, Naamr. van Godgel. Schrijv., Blaupot ten Cate, Gesch. der Doopsgez in Holl. enz., D. I. bl. 282; Meller, Cat. van Portrett., bl. 65.