in diens plaats werd aangesteld. Doch de roep die er weldra van hem uitging, dat hij geheel van de roomsche kerkleer afweek, veroorzaakte, dat toen hij naauwelijks twee weken in dienst was geweest, hij door den Vicaris van den Utrechtschen Bisschop van de dienst werd ontzet, en toen hij voortging met prediken, men hem gevangen wilde nemen. Hij werd echter bij tijds gewaarschuwd en vlugtte naar Embden in het laatst van 1558, waarna zijne goederen op den 7den Februarij 1559 werden verbeurd verklaard.
In hetzelfde jaar tot de predikdienst te Jennelt aangezocht, werd hij ook te Embden als predikant beroepen. Hier stond hij in hooge achting, daaruit blijkende, dat men hem in 1566 naar Londen zond, om eenen aldaar ontstaanden twist bij te leggen, vanwaar hij echter onverrigter zake wederkeerde. De Nederlandsche geloofsbelijdenis werd door hem overwogen en goedgekeurd. Hij overleed in October 1567. De geleerde Henricus Paulinus, hield op hem eene lijkrede.
Al is het dat Cooltuyn ter bevestiging van zijne leer den brandstapel niet beklommen heeft, nogtans heeft de opkomende kerk in ons vaderland aan hem de grootste verpligting. Hij was een zeer verstandig, ijverig en braaf man, die het Evangelie en de schriften der hervormers grondig onderzocht had, wiens rigting was Zwingliaansch, en die niet allen het reine Evangelie op zijne verschillende standplaatsen gepredikt, maar ook Jan Arentz, Albert Gerritz, Pieter Cornelisz, Johannes Saskerides en Nicolaus Scheltius, tot de vroegste predikanten in Holland behoorende, gevormd en tot hunne dienst heeft bekwaam gemaakt.
Na zijne vlugt uit Alkmaar waren er, die dit als een bewijs voor de zwakheid zijner leer aanvoerden, daar hij, zoo die waarheid behelsde, haar wel zou verdedigd of door zijnen dood zou bevestigd hebben. Ter wederlegging hiervan, schreef hij zijnen Brief aan Timotheus, die geplaatst is voor zijn werkje, getiteld:
Dat Evangelie der Armen, dat is der Ellendigen Troost, vergadert ende gemaeekt door Cornelis Cooltuyn, uit die schriftuer, ende schriftuerlicke Doctoren, tot troost over hem selver, in syn Ballingschap, en over andere menschen, die met lyden belaeden syn enz. 1559.
In dit boekje, dat onder de merkwaardigste geschriften van die dagen behoort gerangschikt te worden, behandelt Cooltuyn geheel in den Zwingliaanschen geest de leerpunten waarom hij vervolgd is geworden. Waar het gedrukt is, is onbekend. Kort na zijn vertrek uit Alkmaar, werd zekere Jan Buidelmaker, wonende aldaar, in hechtenis genomen en later de stad uitgebannen, omdat hij zeker boekje van Cooltuijn verkocht had. Of dit nu het Evangelie der armen of een ander werkje was, wordt niet vermeld.