tot Zurich, Bern, enz., door Rodolphum Gualterum in verscheydene zijner sermoonen in 't Latijn beschreven ende uyt de Latijnsche in onze tale getrouwelijck overgheset.
(Dit werkje is wel gedrukt, doch nimmer in den handel verschenen, zijnde al de exemplaren, gelijk blijkt uit de thesoriers rekening van Leiden van 1583, in dat jaar door de regering dier stad in beslag genomen.)
Conciliatie, dat is vergelijking van sekere pointen der leere enz. Leiden, 1585, 4o.
Naspeuringhe der weghen door dewelcke de Roomsche Paus tot eene sodanige uytnemende macht gecomen is, dat hy ten laetsten de monarchie des gheheelen aerdtbomems inghenomen heeft.
Weder-antwoort geschreven op een faemroovende bouczken, sonder naem des autheurs, ghedruct tot Hoorn. Ao. 1599.
Grondlicke waerheydt op het myne, dan warachtigh schrijven van eenen schuylende onder 't decksel van de gereformeerde kercke sonder ontdeckinghe zijnes naems, tegen dit wederantwoort Coolhasen. 1601.
Aenhangsel aan 't Boexken of samenspreekinghe over het regireus Plackaet van Groninghen, aldaer ghekondicht den 7 Sept. ouden styl 1601, ofte Antwoordt op de opspraeck by sommigen gedaen tegen het drucken ende verkoopen deszelfdes enz. 1602, zonder plaats of naam uitgegven.
Over het rechte gebruyck en misbruyck der feestdagen en Bachusfeesten. Amst. 1606.
Comptoir-Almanach oft Journael op het jaer MDCVI. Amst., 1606.
(Een uittreksel van dit hoogst zeldzaam werkje komt voor in de Navorscher, D. VII. bl. 7, 33, 65, 99.)
Basuijne of trompet Godts. Gouda, 1619.
De afbeelding van Coolhaes ziet op onderscheidene wijzen het licht.
Zie Revius, Daventria Illustr., p. 367; Brandt, Hist. der Ref., D. I. bl. 366, 557, 649-654, 674, 675, 684, 685, 716, 717; D. II. bl. 56, 57; Soermans, Kerk. Reg. van Z. Holl., bl. 49, 90; W. te Water, Tweede Eeuwget. van de Geloofsbel., bl. 74, 75, 77, 78, 116, 140, 's Gravezande, Twee hond. jarige Gedacht. van het Synod. van Wesel, bl. 221; Kok, Vaderl. Woordenb., D. X. bl. 504-507; Wagenaar, Vaderl. Hist., D. VII. bl. 335, 373; de Chalmot, Biogr. Woordenb., (met zijn portret); Ypey en Dermout, Gesch. van de' Herv. Kerk in Nederl., D. II. bl. 89, Aant. bl. 68-73; van der Kemp, de eer der Ned. Herv. Kerk gehandh, D. II. bl. 117-169; Groen van Prinsterer, Archiv. de la maison d'Orange, T. VIII, p. 66, 113, 114; Siegenbeek, Gesch. der Leyds. Hoogesch., D. I. bl. 21, 26, 35, 36; T. en B., bl. 49, 50, Kist en Royaards, Archief voor Kerk. Geschied. van Nederl., D. V. bl. 458, D. IX. bl. 312, 316, 362, 366, 367; Glasius, Godgel. Nederl, D. I. bl. 293-298; Kronijk van het Hist. Genootsch., D. II. bl. 276, D. VI. bl. 421; Muller, Cat. van Portrett., bl. 64; de Navorscher, D. VI. bl. 169; H.C. Rogge, Caspar Janszoon Coolhaes, de voorlooper van Arminius, 1ste deel, verder nog niet uitgegeven.