Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 3
(1858)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 641]
| |
Nijhoff, D. VII. bl. 58-70 en bepaaldelijk bl. 75 is, op grond van oorspronkelijk bescheiden, voldoende bewezen en uitgemaakt, dat Alexander Colijer, de zoon van Justinus hier voornoemd, in 1680 nog jong en buiten betrekking zijnde, zich te Konstautinopel ophield en dat hij toen naar het vaderland zou gaan om zijn fortuin te maken, zoodat het onmogelijk is, dat zulk een in 1676 de vertrouwde vriend van Willem III, en aan wien de belegering van Naarden was toevertrouwd, zal geweest zijn. Dit berigt hetwelk door eene vergissing van onzen Scheltema in de wereld gekomen is, is door vele onzer latere schrijvers gevolgd, en wij achten het daarom niet onbelangrijk ook hier de aandacht er op te vestigen. Wie nu die Alexander Colijer, de vriend van Willem III en de bemagtiger van Naarden geweest is, is voor alsnog onbekend; maar den leeftijd in aanmerking genomen, kan hij den broeder van Justinus Colijer geweest zijn. Aan het einde der artikels over personen uit dit geslacht, merken wij nog op, dat de spelling van hunnen geslachtsnaam verschillend wordt opgegeven, maar dat de door ons gebezigde de juiste is, als blijkt uit echte handteekeningen, die wij van hen zagen.
Zie van Wijn, Bijv. en Nalez. op Wagenaar's Vaderl. Histor. D. XIV bl. 100 en de genoemde Bijdragen. |
|