[Georgius Colonius]
COLONIUS (Georgius), zoon van Dirk, predikant te Krimpen aan de Lek, proponent zijnde, werd hij den 16den Julij 1774 beroepen tot predikant te Wassenaar, den 11den Junij 1775 te Arnhem, en den 27sten September 1781 te Haarlem. Hij overleed aldaar in den ouderdom van bijna 32 jaren, den 18den November 1782, hebbende twee jaren te voren op het zestal gestaan voor de vervulling van het professoraat in de Godgeleerdheid aan de Harderwijksche hoogeschool. Hij huwde den 24sten April 1780 met Maria Françoise Sandra, die na zijn dood van eene dochter beviel. Zijne afbeelding ziet het licht door P. de Mare in 8o.
In de werken van het Stolpiaansch Legaat, komt eene verhandeling van hem voor, getiteld:
De sensu morali.
Zie Kok, Vaderl. Woordenb., D. X. bl. 449; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; Bouman, Geschied der Geld. Hoogesch., D. II. bl. 378. Muller, Cat. van Portretten, bl. 63.