Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 3

(1858)–A.J. van der Aa– rechtenstatus


[Henric Coets] COETS (Henric), geboren te Arnhem, in het laatst der 17de eeuw, werd benoemd tot lector in de wis- en krijgskunde te Leiden, om die wetenschappen in de moedertaal te onderwijzen. Hij aanvaardde dien post op den 20^sten Junij 1701 met eene redevoering tot lof der wiskunde, en overleed aldaar den 23^sten Januarij 1730. Hij schreef: Horologiographia plana, etc. Leiden 1689. 4^o. Tweede druk ald. 1691. 4^o. Verhandeling van de vlakke Zonnewijzers, met pl. Leiden 1703. 4^o. Tweede druk. Leiden 1705. 4^o.
[pagina 602]
De ses eerste boeken der Beginselen van Euclides, op eene korte en klare manier gedemonstreert, Amst. 1702. 8^o., met eene voorrede en aanmerkingen vermeerderd door W. La Bordus. Leiden 1715, idem 1740, idem 1752. 8^o. Zie Boekz. der gel. wereld, 1730 a 93; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; van Abcoude, Naamreg. van Nederd. Boeken. D. I. St. I; Siegenbeek, Gesch. der Leidsche Hoogesch., D. II; Toev. en Bijl. bl. 274; Schotel, Gesch., Letter- en Oudheidk. Uitspann., bl. 108, Kronijk van het Hist. Gez. te Utr. 1847, bl. 34.