[Johann Friedrich Clossius]
CLOSSIUS (Johann Friedrich) of Closs werd in 1735 te Marbach in Wurtemberg geboren; te Tubingen, de hoogeschool van zijn Vaderland, beoefende hij eerst de Godgeleerdheid, maar koos later de studie der geneeskunst, welke hij echter voortdurend met de Latijnsche dichtkunst wist te verbinden. Wegens deze verschillende bekwaamheden werd hij door Prins Willem V tot diens Lijfarts en Bibliothecaris aangesteld, en had als zoodanig zijn verblijf deels te 's Gravenhage, deels op het stadhouderlijke lustslot Hondsholredijk. Later gaf hem de Markiezin de Châtelet, de bekende vriendin van Voltaire, een jaargeld van duizend gulden, waarop hij te Hanau ging wonen, en aldaar in Junij 1787 overleed, eenen zoon nalatende, die volgt.
Van zijne hand zagen het licht:
Petri Apollonii Collatini Carmen de duello Davidis et Goliae emend. et illustr. J.F. Clossius, Tub. 1762. 4o.
Carmen de cortice peruviano. Lugd. 1765. 4o.
Cornelii Celsi de tuenda sanitate volumen, elegis latinis expressum, Subjicitur ipse Celsi contextus, partim e libris, partim ex ingenio emendatus. Tub. 1785. 4o.
Specimen observationum in Cornelium Celsum. Traj. 1767.
Hippocratis Aphorismi elegis latinis reddili. Tub. 1786. 4o.
Zie Saxe, Onomast. VII. p. 224; Ersch und Gruber, Alg. Enc. der Kunstt. und Wissenschaften.