[Jan van Cleef]
CLEEF (Jan van), geboren in 1646 te Venlo, genoot eenig voorloopig onderwijs in de teekenkunst van Primo Gentile, en kwam daarna onder de leiding van Gaspard de Craijer, te Brussel, onder wien hij verwonderlijke vorderingen maakte, en het in weinige jaren zoover bragt, dat hij zijnen meester kon behulpzaam zijn, in het schilderen van het groot aantal stukken, welke deze voor de kerken in België vervaardigde. Van Cleef werd, na het overlijden van de Craijer, belast, om de onvoltooide stukken van zijnen meester, en onder anderen de tapijtpatronen, welke op last van Lodewijk XIV, Koning van Frankrijk, te Antwerpen vervaardigd werden, af te maken. Nadat hij die voltooid had, bragt hij ze zelf naar Frankrijk om ze den Koning aan te bieden, die hem, over deze meesterstukken grooten lof toezwaaide. Te Gent, waar hij sedert 1681 gevestigd was, teruggekeerd, zag hij zich spoedig met bestellingen voor kerken en kloosters begunstigd. Er zijn in België eene groote menigte zijner voortbrengsels voorhanden;