Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 3
(1858)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 389]
| |
der Staatsvergadering, wegens de Ommelanden, en had groot deel in het bestuur van zaken. Hij werd in 1577 met vele zijner ambtgenooten door die van Groningen gevangen genomen, doch in 1579 naar Utrecht gezonden tot het sluiten der Unie, die hij, namens de Ommelanden, met Eiso Jarges van Saaxum teekende. Niet lang daarna liet hij door een Hervormd Predikant op zijn huis te Stedum prediken, ten einde hij zelven en het volk daardoor gesticht werden. In het volgende jaar was hij, als Lid van den Landraad, aan François van Alençon, Hertog van Anjou, toegevoegd. Na het verraad van Georg van Lalaing, Graaf van Rennenberg, deelde hij in de rampen van den Staat, moest in ballingschap gaan, en stierf gedurende deze te Bremen in 1590. Hij was twee malen gehuwd; eerst met Anna Manninga en daarna met Gratia Rengers ten Post, die twee jaren na hem te Embden stierf. Hij liet uit het eerste huwelijk eenen zoon na, Eilco Clant, uit het tweede Edzard Jacob Clant van Stedum, die volgt.
Zie Brucherus, Gedenkb. van Stad en Lande. bl. 101 en 102; Tegenw. Staat van Stad en Lande. D. I. bl. 464, 468; Scheltema, Staatk. Nederl. D. I. bl. 257 en 258, D. II. bl. 575. |
|