[Graaf van Benthem Christoffel Bernard]
CHRISTOFFEL BERNARD, Graaf van Benthem, tweede zoon van den regeerenden Graaf Ernst Willem en van Geertruid van Zelst, welke kloekmoedige verdedigster van het Hervormde geloof, wegens hare Geldersche afkomst in dit woordenboek zal behandeld worden, zag den 31sten December 1664 het eerste levenslicht. Nog geen vier jaren oud werd hij ten gevolge van den overgang zijns vaders tot de Roomsche Kerk, door zijne moeder naar de Nederlanden gezonden en benevens zijne broeders aan de Staten Generaal aanbevolen. Na het overlijden zijner moeder, den 29sten Maart 1679, trad hij als vrijwilliger in Nederlandsche zeedienst, werd in 1686 als Luitenant bij de Admiraliteit van Amsterdam aangesteld en vervolgens door Willem III tot Kapitein bevorderd. In die hoedanigheid konvoijeerde hij in 1690, de dochter van den Keurvorst van den Paltz, de bruid van Koning Karel II naar Spanje, had deel in de overwinning bij la Hogue in 1692, en voerde het bevel over het oorlogschip Leyden van 64 stukken, onder de aanzienlijke vloot van den Luitenant Admiraal van Almonde in 1696. Met hetzelfde schip woonde hij onder Kapitein A.F. van Zijll, den togt naar de West-Indiën bij in 1697, en heroverde met Kapitein Hoogenhoeck op de Franschen het Spaansche schip Santo Christo. Op dezen togt barstte eene ziekte op de vloot uit, die alleen op zijn schip van de 365 koppen 180 man wegraapte. Aan deze ziekte bezweek ook de Graaf van Benthem in de maand October, geene kinderen nalatende, daar hij nimmer gehuwd geweest was. Over de pogingen, die hij aanwendde, om zijne regten op het Graafschap Bentheim te doen gelden, zie men het leven zijns oudsten broeders Ernst.
Zie de Jonge, Nederl. Zeewezen, D. IV. St. 1. bl. 154, 567, St. II. bl. 112-118; Visch, Geschied. van het Graafschap Bentheim, bl. 197, 206-208.