tal onder de krijgsgevangenen, die de Spanjaarden in het gevecht te Blaesvelt bij Mechelen (17 Mei 1579) maakten. Vervolgens werd hij Overste Luitenant van Sonoy, als Luitenant Gouverneur van het Noorderkwartier en Waterland en betoonde zijne gehechtheid aan zijnen bevelhebber, gedurende de twisten tusschen dezen en de Staten van Holland, na het vertrek van Leicester. In 1587 werd hij gedwongen, Enkhuizen met zijn vendel te verlaten, waarop hij zich naar Medemblik tot Sonoy begaf. Hier ontving hij last van de Staten, met zijn volk naar Zeeland te gaan, maar Sonoy, die zich niet van zijne trouwe vrienden wilde doen berooven, verbood hem, dezen last uit te voeren. Bij de eindschikking tusschen Prins Maurits en Sonoy, bragt Christal de lastige soldaten van den laatste tot rede. Schoon deze later nog klaagde, dat men Christal niet eerlijk behandeld had, diende hij echter nog in 1588 op de Zeeuwsche vloot, die voor Duinkerken lag, van waar hij zich naar
Engeland begaf, om aldaar Leicester te bezoeken. Waarschijnlijk deelde hij in hetzelfde jaar in den strijd tegen de onoverwinnelijke vloot. Verder vinden wij niets meer van hem gemeld, zoodat hij ongetwijfeld tot de zeven Luitenants van Sonoys Gouvernement behoorde, die volgens Bor vóór dezen overleden.
Zie Bor, Nederl Oorll. B. XXIII. bl. 81, XXIV. bl. 25, 27, 32, 36, 58, 60, 96 en 98; Soeteboom, Saanl. Arcadia, 1e druk, bl. 546-611; Kervyn de Volkaersbeke, Docum. Histt., T. I. pag. 314.