[Jakob Chevalier]
CHEVALIER (Jakob) was een medepligtige in het verraad, in 1426, tegen Jan, Hertog van Braband, gesmeed. Terwijl de Hertog in het Soniën-Bosch bij Brussel ter jagt was, werd Chevalier door die van het complot vooruitgezonden, om het gezelschap te bespieden, en indien hij daartoe gelegenheid vond, den Hertog met eenen ringkraag, van binnen rondom met zeer scherpe nagels voorzien en op de wijze van eenen strop toegaande, te worgen. Hij werd gevat, benevens een makker van hem, Peter Kins genaamd, dan deze vond middel om te ontsnappen; doch Chevalier werd naar Brussel gevoerd, alwaar hij ondervraagd zijnde naar de reden, waarom hij den Hertog in het Soniën-Bosch gestadig was gevolgd, beleed, dat hij in den slag van Brouwershaven gevangen genomen, en naderhand vrij gekocht was; dat de moeder van Jacoba van Beijeren hem vervolgens naar Gent had gezonden, om aldaar te onderzoeken, op wat wijze en met hoeveel manschap verzeld, Hertog Jan gewoon was uit te rijden. Chevalier werd tot eene eeuwige gevangenis veroordeeld; ofschoon de Graaf van St. Pol, 's Hertogs broeder, liever zou gezien hebben, dat men met hem naar verdiensten had gehandeld; doch Hertog Jan wilde hiertoe niet verstaan, om reden, dat hij vergiffenis wilde schenken aan dezulken, die hem beleedigd hadden, hopende daardoor, even als hij zijne beleedigers vergaf, mede bij God vergiffenis van zijne zonden te erlangen. Zelfs had de Hertog