Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 3

[Bartholomeus Cau]

CAU (Bartholomeus)⁽¹⁾, zoon van Adriaan Cau en van vrouwe.... Boeije, werd bij vonnis van den Hertog van Alba, op den 8^sten November 1568, gebannen uit de heerschappij des Konings van Spanje, als een voortvlugtig verspieder der Calvanistische seete, wegens het houden van heimelijke bijeenkomsten in zijn huis en als een groot begunstiger der Sectarische Predikanten. In het Vaderland teruggekeerd, werd hij, ten jare 1579 Burgemeester der stad Zierikzee, welke waardigheid hij vervolgens nog vijf malen bekleedde. Hij overleed den 11^den Junij 1603 en liet bij zijne echtgenoote, Anneke de Huybert, eenen zoon en eene dochter na; zijn zoon was Nicolaas Cau in 1599 Burgemeester te Zierikzee en in 1601, wegens die stad, Rekenmeester van Zeeland.

Het wapen van het geslacht Cau is van goud, met eene

(1) Het geslacht Cau, was niet, gelijk in de laatste jaren beweerd is, uit Refugés gesproten, maar heeft zijne bakermat te Zierikzee, waar sedert 1500 onatgebroken leden van dat geslacht hebben gewoond en in het bestuur zijn geweest, zooals dit nog plaats heeft; zijnde in het jaar 1855 tot Burgemeester aldaar benoemd, Mr. Bonifacius Christiaan Cau, juist 275 jaren nadat zijn voorvader, de in den tekst genoemde Mr. Bonifacius Cau, aldaar voor de eerste maal Burgemeester werd.

[p. 270]

golvende fasce van azuur, vergezeld van drie kauwen van sabel, staande boven twee en onder een.

Zie Marcus, Sententien van den Hertog van Alva, bl. 177 en 178, waar hij onder den naam van Bartholomeus Adriaense, voorkomt, uit familie-papieren aangevuld.