[Heertje Carstens]
CARSTENS (Heertje) was, na reeds vroeger het Vaderland ter zee te hebben gediend, bestemd om met eene victualie-fluit den Luitenant-Admiraal de Ruyter, in 1674, op diens togt naar West-Indië te vergezellen, doch schijnt niet te zijn medegezeild. Hij was in 1676, Commandeur van eenen brander de Zaaijer, bij het eskader van Binckes, toen deze Tabago had veroverd, en aldaar door den Franschen Admiraal Jean Graaf d'Estrées werd aangebragt. Carstens zeilde kloekmoedig met zijnen brander op het Fransche Admiraalschip aan, doch dreef door eenen dwarlwind af, en zijn vuur deed geen nut. Of hij bij dien mislukten aanval, of later, bij de jammmervolle verdediging van vloot en sterkte, is omgekomen, is onzeker, maar hij wordt uitdrukkelijk onder de gesneuvelden genoemd.
Zie Brandt, Leven van de Ruiter bl. 896; de Jonge, Nederl. Zeew., D. III. St. II. bl. 340, 351.