[Johannes Carbasius]
CARBASIUS (Johannes), wiens eigenlijke naam was Jan Claasz Zeylemaker, welke hij echter in Carbasius verlatiniseerde, was een zoon van K. Pottebakker, die den naam van Zeylemaker, ten gevolge van eenen twist met zijnen broeder, aannam, en leefde in het begin der vijftiende eeuw te Hoorn. Hij oefende de geneeskunde in zijne geboortestad, en liet zich ook als Latijnsch dichter kennen, onder anderen door een bijschrift op de beeltenis van zijnen stadgenoot Petrus Costerius. Hij was gehuwd met Maria Veen en bij haar vader van drie kinderen, en onder deze van Thomas Carbasius, overleden den 17den Julij 1624, als een zeer ervaren Geneesheer, en van Nicolaes Carbasius, die Secretaris van Hoorn is geweest.
Zie Abbing, Geschied. der stad Hoorn. st. bl. 114-116, uit medegedeelde berigten aangevuld.