[Pieter van Campen]
CAMPEN (Pieter van), geboren den 11den October 1750 te Leiden, was Leermeester der wis- landmeet- en aardrijkskunde, zeevaart en Boekhouder te Leiden, een der oprigters van het thans nog te dier stede bloeijend wiskundige genootschap Mathesis scientiarum Genetrix, waarvan hij zich tevens een zeer werkzaam lid betoonde door de stukken die van zijne hand in de werken van dat genootschap voorkomen en van zijne bekwaamheid in dat vak getuigen, even als de volgende werken:
Grondbeginselen der bouwkundige rekenkunde Leyd. 1780 8o. met pl., die onderscheidene drukken beleefden, waarvan een herdruk omgewerkt en vermeerderd door M.J.S. Bevel en P.E. Rijk te Leijd. in 1826 het licht zag.
Gronden der rekenkunde Leyd. 1801, 2 deelen 8o.
Grondbeginselen der algebra of stelkunst 3e. druk Leyd. 1819 8o., dat nogmaals in 1842 te Leiden geheel omgewerkt en met een groot aantal voorstellen en vraagstukken vermeerderd het licht zag.
Gronden der werktuigkunde. 's Hage en Amst. 1803 2 deelen 8o. met pl.
Handleiding tot de Kennis der aardrijks- en sterrekunde. Leyd. 1805 2 deelen 8o. met pl.
Gronden der Trigonometrische doorzigtkunde, Leyd. 1810 8o. met pl.
Plan om watermolens door hun eigen water in beweging te houden, Rotterd. 8o. met pl.
Tafels van herleiding van oude Nederlandsche lengtemaat en vierkantemaat in nieuwemaat (Hollandsch en Fransch). Delft 1819 8o.
Ook heeft van Campen de hand aan de Nederduitsche lier geslagen zooals blijkt uit:
Dichtmatige redevoering over de oudheid en den voortgang der wiskunde. Leyd. 1777 8o. en
Beschouwing van de schepping der wereld, in dichtmaat, door hem in eene vergadering van vele Lief hebberen van wetenschappen uitgesproken en toegewijd aan zijne leerlingen, den 2den dag van Louwmaand 1778. Leyd. 1778.