van 92 stukken, waarmede hij in de Middelandsche zee, gedurende den successie-oorlog tot den aanslag tegen Toulon medewerkte, een vijandelijk konvooi hielp verstrooijen en de eilanden Sardinië en Minorca vermeesteren. Tot tweemalen toe, in 1706 en 1709, voerde hij bevel over een eskader van acht schepen, tot bescherming der Oostindische retourvloot, zonder hoogeren rang dan die van Kapitein. Die van 1709 was zijne laatste zeetogt. Hij verkreeg eindelijk, nadat men hem te lang was voorbijgegaan, den rang van Schout bij Nacht, maar ontsliep kort na zijne bevordering in 1716.
Zie de Jonge, Nederl. Zeew., D. IV. St. II.