[Alardus Auletius]
AULETIUS (Alardus), geboren te Leeuwarden of, volgens anderen, te Docknm, omtrent het jaar 1545, uit onbemiddelde ouders, werd te Leeuwarden ter Latijnsche schole gezonden, waar hij zich van het ambt van Claviger dier scholen onderhield. Na hier twaalf jaren te hebben doorgebragt, werd hij Gouverneur bij eeninige edellieden, die op het land woonden, en wier zonen hij op hunne buitenlandsche reizen vergezelde, ten einde hun in hunne studiën behulpzaam te zijn. Inmiddels bleef hij zelf zijne studiën voortzetten met dat gevolg dat hij in den vreemde - waar vindt men niet opgeteekend - tot Doctor in de Geneeskunde bevorderd werd.
In het vaderland teruggekeerd werd hij aldra Rector der Latijnsche scholen te Dockum, van waar hij, waarschijnlijk in 1589, tot Hoogleeraar in de Geneeskunde te Franeker werd beroepen, welk ambt hij, tot aan zijn overlijden, den 21 Januarij 1606, met veel bekwaamheid heeft waargenomen.
Voor zoo veel bekend is heeft hij slechts eene verhandeling in het licht gezonden, onder den titel:
Monitio ad Illustr. Ord. Frisiae de reformanda Praxi Medica, Franeq. 1603. 4o.
Of hij bij zijne huisvrouw, Engel Cremers of Cramers, kinderen heeft nagelaten, vindt men niet vermeld.
Zie Vriemoet, Athen. Frisiac., pag. 70-72; Chalmot, Biogr. Woordenb.