In Het Weekblad der Vlaamse Ardennen (27 april 1973) besprak Jotie T'Hooft haar elpee Desertshore en typeerde haar door te wijzen op ‘haar omfloerste en van een zwaar Duits aksent voorziene stem [die] een erg morbiede, vreemde sfeer’ creëert, en op het harmonium waarmee ze ‘tot de laatste groef van de plaat toe muziek maakt die je kompleet uitveegt en inderdaad achterlaat aan de rand van de woestijn’.
Ingrid Weverbergh ontmoette Jotie T'Hooft voor het eerst in de Zjat, het cafeetje in Gent waar hij werkte. Ze wisselden er hun voorkeuren uit op literair en muzikaal gebied. Jotie vond dat Ingrid op Nico leek en viste haar elpee Chelsea Girl op uit zijn platencollectie. ‘Ik zat toen in een “existentiële” periode: in 't zwart gekleed met Egyptisch zwart omrande ogen zoals Juliette Gréco. Ik had er een hekel aan vergeleken te worden met een “ster”, want ik wou mijn eigen persoontje zijn en geen afkooksel van’, aldus Ingrid Weverbergh. Aan de andere kant hield ze wel van de naam ‘The Velvet Underground’, omdat fluweel (velvet) een van haar lievelingsstoffen was, en omdat ze geïntrigeerd was door het fenomeen undergroundmuziek, al kon ze het niet goed plaatsen. In ieder geval vond ze de muziek en de teksten van Nico heel mooi.
Voor Jotie T'Hooft ging het natuurlijk allemaal nog wat verder. Nico was een notoire druggebruikster en had relaties gehad met popartiesten die er ook vlot weg mee wisten zoals Brian Jones, Tim Buckley, Iggy Pop en Jim Morrisson. ‘Alleen de songs van Nico op “Chelsea Girl” en “Desertshore” reminisceren nog vaag aan de prachtige vertolkingen van “I'll be your mirror” en “All tomorrow's parties” op de eerste Velvet-elpee. Drugs spelen een grote rol in de Velvet-Underground-sfeer, een destruktieve, dekadente rol in tegenstelling tot de West-Coast waar lsd en hasj meer ingeburgerd zaten in de algemene stemming van verruiming en verblijding’, schreef hij in april 1974 in Bok (Bokkrant), in een artikel over undergroundmuziek.
Op 29 januari 1976 was Nico in het kader van het filmfestival van Gent uitgenodigd bij de voorstelling van de film Le Berceau de cristal (ook bekend als Les noces de cristal) van Philippe Garrel. Het was de vijfde van zeven films van Garrel waarin Nico meespeelde. Hij werd vertoond in Cinema Select en Nico zou om 12 uur 's nachts een verrassingsconcert geven in Studio Scoop. De film was geen groot succes: na tien minuten verlieten de eerste bezoekers de zaal, en geleidelijk aan liep de zaal voor meer dan de helft leeg. Jotie en Ingrid genoten wel van de film. Ingrid herinnert zich nog de trage beelden en de close-ups. De opkomst voor het concert overtrof de stoutste verwachtingen van Ben ter Elst, de organisator van het festival, die nog zelf vele cafés afgelopen was om het concert aan te kondigen. Zowel de Studio als het café zaten afgeladen vol. Het duurde tot bijna half twee voor Nico op het podium verscheen. Ze begeleidde zichzelf op harmonium en werd op de gitaar bijgestaan door Lutz Ulbrich, haar toenmalige Duitse vriend. Jotie en Ingrid zaten zowat op de eerste rij en na afloop van het concert heeft Ingrid met Nico gesproken en haar een kus gegeven. Ze had een beetje medelijden met Nico omwille van haar diep-tragische treurigheid maar ze was heel lief en helemaal niet afstandelijk. Het viel haar op dat er op Nico's mooie gezicht, dat bedekt was met een dikke laag witte foundation, lange haren groeiden. Jotie vermoedde