Voorwoord
...[Sjoerd van Faassen (eindredactie), Stefan van den Bossche, Ernst Bruinsma & Yves T'Sjoen]
De schrijver Maurice Roelants (1895-1966) staat in de literatuurgeschiedenis vooral geboekstaafd als de auteur van Komen en gaan (1927), de eerste Vlaamse variant van de roman d'analyse. Jean Weisgerber bestempelde het boek ooit als mijlpaal in de Vlaamse interbellumliteratuur en begon zijn nog steeds als standaardwerk geldende Aspecten van de Vlaamse roman 1927-1960 met deze modernistische roman. Weisgerber rekende Roelants tot schrijvers die ‘een zuiver analytische en introspectieve kunst’ voorstaan en ‘de feiten tot een minimum’ beperken, in tegenstelling tot zulke uiteenlopende tijdgenoten als Gerard Walschap en Maurice Gilliams. Komen en gaan geldt als een voorloper van de psychologische roman in Vlaanderen. Die visie op Roelants' werk is sindsdien weinig veranderd, maar zijn werk is tegenwoordig nagenoeg vergeten. Zijn romans worden, op een enkele titel na, niet meer herdrukt. Roelants' poëzie is al langer bijgeschreven in het vergeetboek.
Sinds kort is er een studiecentrum aan de Katholieke Universiteit Brussel naar hem vernoemd vanuit de behoefte nieuw wetenschappelijk onderzoek naar zijn werk te genereren. Dit centrum heeft inmiddels een colloquium aan Roelants gewijd, waarvan de bundel Ik begrijp deze variaties in een gemoed (2004) de neerslag vormt. Op initiatief van dat centrum heeft ook het Kunsttijdschrift Vlaanderen een aflevering gewijd aan de Vlaamse schrijver (februari 2005).
Die vergetelheid van Roelants' werk is in onze ogen onterecht. Dat blijkt niet alleen uit bovengenoemde publicaties, maar ook uit het feit dat ZL in het verleden enkele bijdragen aan verschillende aspecten van Roelants heeft gewijd. Roelants heeft een literair-historische betekenis, die onder meer - zoniet vooral - te maken heeft met zijn redacteurschap van het tijdschrift Forum. Voor Forum was Roelants al redacteur van het blad 't Fonteintje, dat als exponent van het Vlaamse neoclassicisme in de periode tussen de beide wereldoorlogen geldt. Van neoclassicisme naar modernisme, het lijkt in de literaire overzichten maar een kleine stap.