De zingende en speelende dienstmaagd
(ca. 1805)–Anoniem Zingende en speelende dienstmaagd, De– AuteursrechtvrijOp een Aangename Wys.1.
Die een Liefje heeft gevonden,
Die haar trouw en teer bemind,
Loon die Min met duizend kussen,
Door een gloed nooit uit te blussen,
Zy haar trooster, zy haar Vrind.
2.
Doch om haar getrouw te houden,
Sluit men 't Liefje agter 't slot,
Want die loose Nimphjes haaken,
Dag en nagt naar nieuwe zaaken:
Al te veel naar vreemd genot.
3.
Als de Maan begint te scheinen,
Let een ieder op zyn Vrouw,
Want die loose Minnaars zugten,
Is 't eind van al die klugten,
Goede nagt dan lieve Vrouw.
|
|