De zingende en speelende dienstmaagd
(ca. 1805)–Anoniem Zingende en speelende dienstmaagd, De– Auteursrechtvrij
[pagina 22]
| |
Wys: Men is jaloers als men gaat paaren.1.
Als gy een voorwerp wilt beminnen
Laat liefde en deugd u oogmerk zyn,
Die beide kunnen 't hart verwinnen,
Waar dit niet woond is 't al maar schyn.
2.
Zal de liefde immer schuldloos wezen
't Is deugd die 't hart verzellen moet,
Dan hebt gy anders niet te vreezen,
Voor onheil ramp of tegenspoed. bis.
3.
Laat Jalousie u nimmer plaagen,
Wyl deezen u verscheurd het hart,
In u de prille levens dagen,
Doet slyten in een bittre smart, bis.
4.
Maar zy zal altyd in twistvuur leven,
Veel hinder doen aan eene min,
Wilt dus deez' regel dikwerf leezen,
Zy is des liefdens vyandin. bis.
5.
Voor haar te schuwen zult gy vinden,
Dat u het minnen vrolyk maakt,
| |
[pagina 23]
| |
Dan krygt gy van u welbeminde,
Het geen waar na gy altoos haakt.
6.
Dan ziet gy u edel voorbeeld loonen,
Hy die gy u hart en hand aanbood,
Zal u met wedermin bekroonen,
En u ontvangen in haar schoot. bis.
7.
Zo smaakt gy altoos wel te vreeden,
En juicht met blydschap om u lot,
Geen jalouzie zal hier beneden,
U stooren in dit heilgenot. bis.
|
|