Het zingende nachtegaaltje, fluitende verscheidene vrolijke en vermakelijke liederen


Het bedrogene Meisje. Wijze: Femmes, voulez-vous eprouver. Kolijn, een brave boerenzoon, Het puikje van de dorpelingen, Arbeidzaam, welgemaakt en schoon, Dorst naar Lizette's hand te dingen; Het meisje, schoon ook een boerin, Had menigmaal de stad bekeken, En hierdoor was haar hart en zin, Van veld en kudde gansch geweken. bis. 2. Neen, sprak de fiere schoone: neen! Geen boer zal ooit mijn hart verwinnen, Kolijn trad nu gramstorig heen,
[pagina 51]
En ging de zachte Filis minnen; Nu dorst geen enkele boer aan haar Te denken, nog veel min te vragen, Zij wachtte dus van jaar tot jaar, Daar ook geen Steêman op kwam dagen. bis. 3. Thans is zij veertig jaren oud, Haar schoon gelaat is gansch bezweken, En 't meeste wat haar bezig houdt, Is kwaad van jonge liên te spreken; Zij gloeit van spijt en felle smart, Nu zij Kolijn's geluk hoort roemen; Daar zij in 't heimlijk in haar hart, Zich om haar dwaasheid zelf moet doemen. bis. 4. Meisjes! die gaarne waart getrouwd, Laat u Li zett' tot voorbeeld wezen, Dat ge op geen dwaze hoop vertrouwt, Wijl gij dan ook haar lot moogt vreezen. Als u een brave jongen vraagt, Laat hem dan ook uw band verwerven, Dewijl gij anders ligtlijk waagt, Als oude vrijsters ook te sterven. bis.