Het zingende nachtegaaltje, fluitende verscheidene vrolijke en vermakelijke liederen

Het vergenoegde Meisje.

Ik ben een Meisje naar den trant,

Goddank ik ben nog vrij.

Ik had een treurgang in mijn hoofd,

Door mannen zotternij. bis.

2. Ik ben een meisje jong en frisch,

[p. 50]

 

Ik min ook zang en dans,

 

Mijn rijkdom is een vrolijk hart,

 

Mijn kroon een bloemenkrans. bis.

 

 

 

3. Ik ben, als moeder Eva was,

 

Regt nieuwsgierig van aard,

 

Nieuwsgierig, ja nieuwsgierigheid

 

Heeft mij zoo zeer bezwaard. bis.

 

 

 

4. Ik vliet ook voor de mannen niet,

 

Mama heeft mij verklaard,

 

Wij arme meisjes zijn alleen

 

Voor hunnen wil op aard. bis.

 

 

 

5. Wat is een man al zonder vrouw,

 

Een stukkend spinnewiel,

 

Een stilstaand uurwerk ook daarbij,

 

Een ligchaam zonder ziel. bis.

 

 

 

6. Daarom zit in mijn vrolijk hart

 

Geen zot- of trotschheid in,

 

Daarom dat ik een meisje ben,

 

Gezond van ziel en zin. bis.