De zingende zwaan, of vervolg op de Overtoompse markt-schipper
(1759)–Anoniem Zingende zwaan, of vervolg op de Overtoompse markt-schipper– AuteursrechtvrijStem: Aardze Godinne.
WIe wil hooren zingen,
En aanhoore een Nieuw Lied:
Wat datter nu kortelinge,
In Boheemen is geschiet:
Ziet de heele Pruysse-magt,
Viel in Saxen onverwagt,
Als zy stonden in Slag-order,
Sloegen zy met groote kragt.
Wanneer wy doen schreven,
Duyzend-zeven-honderd-Iaar,
Zes-en-vijftig daar beneven,
Den eersten otober klaar;
Sloeg den Koning Frederijk,
Dapper die van Oostenrijk;
Om haar zelven te zalveren:
Vlugten zy met schand gelijk.
Men sloeg zonder treuren,
Men vogt zonder Quartier,
Van 's Morgens ten zeven uuren,
Tot de Klok sloeg 's Middags vier;
Door des Konings goede raad,
En Brunswijk zijn trouwe daad,
Moest den Vyand retireeren,
Vlood met schand op heeter daat.
| |
[pagina 68]
| |
Kanon en Carcasse,
De felle Musquettery;
't Was om ons Vyand te verasse;
Yder die vogt even bly:
Za val aan en doet u best,
Iaagt den Vyand na zijn nest;
Wy zullen nog Attaqueeren
Zijn Verschanssing en zijn Vest.
Zy hebben Manmoedig,
Met Vijf-en-dertig-duyzend Man,
Tegen Vijfig-duyzend spoedig;
Daar ziet men Godts Zegen an!
Gy zijt goedertierend Heer,
Die op uw vertrouwen zeer;
Vlegt een Krans van Lauweriere,
Zingt een Lied tot zijnder Eer.
In d'Strijd zijn gebleven
Van d'Pruysse Twee-duyzend Man;
Oostenrijkers Vier-Duyzend even,
Zo 'er Brief en Krant meld van:
Roept Victorie al gelijk,
Drijft de Vyand na zijn Rijk;
Looft nu Godt den Heer verheven,
Met Psalmen en Musijk.
Ons word nog beschreven,
Dat de Keur-Saxe Armee,
Haar mede moest gevangen geven,
En verlaten Drop en Stee;
Om dat zy door den honger groot,
Daar zaten in groote nood,
Moesten zy Capituleren,
Dat al tot haar spijt minjoot.
Tenten en Bagasie,
Verlieten zy al den bras;
Veel Canon ende Voerasie;
Bomme, Mortiere, en Carkas:
Men kreeg daar ter stond veel Buyt;
Van Snaphaane, Kogels en Kruyt;
Wild nu Godt de Eere geven,
Dat hy ons Vyande stuyt.
Zingt dit Lied tot Glorie,
Dat Godt met ons op die teyd
Heeft gegeven de Victorie,
Tot den Adelaar zijn spijt;
Dit 's waarlijk zo geschied,
By Lowoschuts ik uw bedied:
Ik hoop Godt zal de Vreede geven,
En de Vyand van ons vlied.
|
|