De zingende zwaan, of vervolg op de Overtoompse markt-schipper
(1759)–Anoniem Zingende zwaan, of vervolg op de Overtoompse markt-schipper– AuteursrechtvrijOp een lugtige Wijs.
KOmt laat ons lustig vrolijk zijn, zijn, zijn;
En laat ons drinken d'koele Wijn, Wijn, Wijn;
Laat ons de Glazen legen,
En zo ons Keeltje vegen,
Wijl wy hier te zamen zijn.
O Wijn! ô Edel Nat! Nat! Nat!
Waar van dat Noach raakte zat, zat, zat:
Hy plante deze Ranken,
Wy zullen hem bedanken,
Voor dat lekkere Druyve-nat.
Die Bachus en de Wijn niet mind, mind, mind;
Die is voor al niet onze Vrind, Vrind, Vrind:
Want deze Vogt vol wonder!
Maakt zieke Luy gezonder,
Havous zante, ik brengje Vrind.
Gezondheyd dan in 't gene-raal, raal, raal;
Te zamen Vrienden op dit maal, maal, maal;
Het voegt niet moetje weeten,
Dat hier word stil gezeten,
Komt laat ons klinken al-te-maal.
Dus drayt d' Molen door de Wind, Wind, Wind;
Dus drinken wy de Wijn schoon Kind, Kind, Kind:
By pozen en by teugen,
De Wijn doet ons verheugen,
Want Bachus die is onze Vrind.
|
|