De zingende zwaan, of vervolg op de Overtoompse markt-schipper
(1759)–Anoniem Zingende zwaan, of vervolg op de Overtoompse markt-schipper– AuteursrechtvrijStem: Als 't begind.
JAapje sta stil,
Iaapje sta stil:
Hoord eens wat ik u moet vertellen:
Iaapje sta stil,
Iaapje sta stil;
Hoord eens wat ik u zeggen wil:
Daar liep ons Kaatje met Krelis,
Zo moytjes door de Kramen in 't stil,
Ik loof zy gingen aan den tril,
Wat dunkje nou Iaapje sta stil?
Jaapje.
Malle zottin,
Het is de Min,
Die d'Ionkheyd trekt te zamen,
Malle zottin,
Het is de Min:
Blijft staan en hoord mijn zin:
Ie zijt zo een aardig Meysje,
Willen wy 't zamen ook eens doen?
Gaan om een zwiertje met fatzoen;
Sta sil, of je maakt mijn groen
| |
[pagina 38]
| |
Truytje.
Iaapje wat praat,
Iaapje wat praat;
Ik durf het zeker niet wagen;
Iaapje wat praat,
Iaapje wat praat;
Sta stil, 't is nu te laat:
Mijn Mortje zou zeker kyven,
Als ik by teydt niet t'Huys en was,
De Buuren kwamen 'er aan te pas,
En Iaapje sta stil wat ras.
Jaapje.
Wel Truytje zoet,
Onnozele Bloed,
Wat bruyd u 't oude Besje:
Wel Truytje zoet,
Onnozele Bloed,
Sta stil!, wat heb je weer spoed:
Komt Meysje is zal u tracteren,
Op Wijn of Bier, al watje lust,
En stellen jou Mortje wel gerust:
Sta stil, en voldoet mijn lust.
Truytje.
Aardige Iaap,
Ie bent een Knaap;
Waar zou ik met u loopen?
Aardige Iaap,
Ie bent een Knaap;
Sta stil jou lossen Aap:
Tog willen wy eens gaan kijken,
Om Masiton zijn kunst te zien,
En wat 'er vorders zal geschien:
Sta stil, Iaap, en wild niet vlien.
Jaapje.
Eerst na de pret
Van Marinet,
Het Spulletje van Ian-Klaassen;
Eerst na de pret van Marinet,
Sta stil Truy met een zet:
Daar hebje de Klugt al gaande,
Zy kruypen uyt en in een Zak,
En ziet wat is Ian-Klaassen zwak:
Sta stil dan nou Truy tot strak.
Truytje.
Ey ja zo waar,
Dat is wel raar;
Zy slaan malkaar met Stokken:
Ey ja zo waar,
Dat is wel raar;
Sta stil, mijn lieve Vaar:
De Droes wie kan hier scheyden?
Ik waagt 'er aan 't gaat zo 't wil,
Al sloeg mijn Mortje my op mijn Bil;
Kom lustig nou Iaap sta stil.
| |
[pagina 39]
| |
Jaapje.
Wel zoete Meyd,
Wat ben 'k verblijd,
Nu gy my 't Ia-woord hebt gegeven;
Wel zoete Meyd,
Wat ben 'k verblijd;
Sta stil, nu is het teyd:
Wy zullen t'zaam eens Danssen,
Ie weet wel wat ik zeggen wil,
Ie gaat met Iaapje nou aan den tril,
't Deuntje van Iaapje sta stil.
|
|