De zingende zwaan, of vervolg op de Overtoompse markt-schipper
(1759)–Anoniem Zingende zwaan, of vervolg op de Overtoompse markt-schipper– AuteursrechtvrijStem: Liefhebbers van de Vrolijkheyd, &c.
KOmt hier Oost-Indies-vaarders goed,
Die heden nu moet scheyden;
En varen door de woeste Vloed,
Godt hoop ik, zal u geleyden;
Nu geve u ook allegaar,
Gezondheyd, voorspoed, zegen:
Bevrijd van Storm of Ongevaar,
En Schip-breuk aller-wegen.
Godt wil de Schepen alle Vier,
En all' het Volk sparen,
De Capiteyns en Officier,
Ia al die daar mee varen;
Het eerste Schip en hoord eens dra,
Den Admiraal met lof,
Dat is d'Rebecka Iacoba,
En dan komt Keukenhof.
| |
[pagina 34]
| |
't Schip Amerongen hoord eens aan,
En Ruyteveld wild hooren,
't Zijn vier Scheepen wel belaan,
Al tot de Zee geboren;
Zy leggen heden nu al klaar,
En zijn u te verwagten,
Op Pampus en in Tessel daar,
Wel gaat dan met betragten.
Nu al te zamen maar na Boord,
Bevrijd van zorg en vrezen,
En doet gelijk u toe behoord:
En denkt het moet zo wezen,
Neem afscheyd van u Vrienden al,
Elk wenscht u heyl en Vrede,
En gaat met vreugd en bly geschal,
Van Amsterdam de Stede.
Matrozen die de Meysjes mind,
Hebt gy nog Goed of Gagie:
Zy noemen u haar beste Vrind,
Maar anders ist 't pierasie:
Verlaat die schoone Stad playzant,
De Meysjes schoone Vrouwen,
En steld u Coers na 't Indies-Land,
En denk om geen benouwen.
Gaat maar na Boord Matroosje wild,
En wild u reyntjes houwen;
Want als u Beurs is leeg gespild,
Mogt gy u Hoofd nog klouwen:
Gaat t'zaam na Boord gelijk een Held,
Wild u dog niet verzinnen,
Want 't is met u als my gesteld,
Een schrale Beurs van binnen.
Groet ook u Hospetaatjes al,
Plantasie, Thuyn en Kroegen;
| |
[pagina 35]
| |
En scheyd met vreugde van de Wal,
Aan Boord leeft met genoegen:
En vind de Waard overal t'Huys,
Wil dit nu wel onthouwen,
Op dat dan al u druk en kruys
Verdwijnt zonder benouwen.
Godt geef u Zegen alle-teyd,
Hy wil den Weg u banen, Dat gy met vreugde gantsch verblijd
Zult by de Indianen
Haast komen met uw Scheepjes dra,
En dan wil Godt u geven
Zijn Zegen alteyd vroeg en spa,
En nog veel Iaar het leven.
|
|