De zingende koddenaar
(1774)–Anoniem Zingende koddenaar, De– Auteursrechtvrijqueelende verscheide nieuwe liederen, die hedendaags gezongen werden
Stem: Hier heeft my Rosemond bescheiden.Ik wou het cheeps-timmeren wel vervloeken;
En het lopen ook na hoek en brug,
Om te halen een paar kouwen voeren,
Dat heb ik wel drommels in mijn rug.
Zo wy dan nog maar werk kregen,
Dan was ’t alles nog niemendal,
Maar wy binnen met de zaak verlegen,
De kop is ons gelyk als mal.
De Basen zijn nu stuurs van zinnen,
De drommel magse spreeken aan,
Daar is geen gelt meer by te winnen,
Ik wil niet weer na de Werf toe gaan.
| |
[pagina 63]
| |
Wy kunnen geen goude sloten meer halen,
Terwyl het werk loopt op zijn gat:
Wy kunnen ook geen Tinne betalen,
Ia pas hier duiten voor Tabak.
Wat dunkt u nu wel van die Gekken,
Zy dragen een onderpak van Fluweel,
En met haar kale geschore nekken,
Mijn dunkt het is wat kremineel.
Als zy dan weer zijn op de Werf,
Dan dragen zy een broek vol teer,
Maar ziet mense somtyds in de Kerk’
Dan lykense wel een Engelse Heer.
Zy willen geen ander werk zoeken;
Teere liever tot haar laatste duyt,
En als de noot haar komt besoeken,
Dan moeten zy het Zee gat uit.
Ik hoop wy zullen wel Werk krygen,
Laat ons maar wagten met gedult,
En laten wy nog maar stille zwygen,
Ia maar wy zijn ‘er mee gesult.
De Vrouwtjes doen ook niet als kyven,
Van smorgens tot den avond toe;
Maakt dog dat hier komen schyven,
Anders moet ik na Ian-oom toe.
|
|