De zingende kruijer(ca. 1850)–Anoniem Zingende kruijer, De– AuteursrechtvrijZich vermakende met een aantal fraaije Liederen, welke veel gezocht en gezongen worden. Alle op bekende en aangename wijzen. Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] De zingende Kruijer. Wijze: Dat vrij een vrek, enz. Welaan mijn pakje opgevat, Al is de vracht wat zwaar, Geen kruijer in de gansche stad Was ooit mijn evenaar. Al komt er dan het zweet eens uit, Ik leef er vrolijk van, En van het hennipzeel op mijn huid, Wordt haast mijn baas een man. Ik draag en krui, voor al de lui, Ik ben nog in mijn jeugd, En kom ik bij mijn wijfje, Dan smaak ik ware vreugd. bis. 2[regelnummer] Dat's weer een vrachtje voor plaizier, Ik krui het met vermaak, Al is, het aan een venusdier, Het is nogthans mijn zaak. Een braaf man schuwt de slechtigheid, Maar was ik ongetrouwd, Geloof mij menig' lieve meid, Werd braaf door mij gekrouwd; Ik draag en krui, ben nimmer lui, Maar laat zulks voor de jeugd, Want kom ik bij mijn wijfje, Heb ik dezelfde vreugd. bis. [pagina 4] [p. 4] 3[regelnummer] Het geld maakt zware arbeid ligt, En leert ons vrolijk zijn, Bij het volbrengen onzer pligt, Zoo is het ook bij mijn. Al staat het hennipzeel als een kruis, Geblakerd op mijn rug, Kom ik met braaf wat geld in huis, Dan ben 'k op nieuw weer vlug. Welaan ik krui, en geef den brui, Aan al 't vermaak der jeugd, Want 's nachts schenk ik mijn wijfje, En zij aan mij de vreugd. bis. 4[regelnummer] 't Is zeker niet zoo als voorheen, De fooitjes zijn gering, En 't volk is meestijds op de been, Dat's ook een lelijk ding; Geen Naaister of geen Keukenmeid, Vult mij de magere buik, Wanneer 'k voor haar in korten tijd, Een boodschap doe ter sluik; Nogthans ik spring, ik krui en zing, Voor ouderdom en jeugd, Schoon ik het losse leven, Wil ruilen voor de deugd. bis. Vorige Volgende