De zingende kruijer
(ca. 1850)–Anoniem Zingende kruijer, De– AuteursrechtvrijZich vermakende met een aantal fraaije Liederen, welke veel gezocht en gezongen worden. Alle op bekende en aangename wijzen.
De zingende kruijer. Zich vermakende met een aantal fraaije Liederen, welke veel gezocht en gezongen worden. Alle op bekende en aangename wijzen. F.G.L. Holst, Amsterdam z.j. [ca. 1850]
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Meertens Instituut: 3978 Gesloten Kast: B 23 (4 )
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De zingende kruijer. Zich vermakende met een aantal fraaije Liederen, welke veel gezocht en gezongen worden. Alle op bekende en aangename wijzen.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten.
[pagina 1]
DE ZINGENDE
KRUIJER.
Zich vermakende met een aantal fraaije Liederen, welke veel gezocht en gezongen worden.
ALLE OP BEKENDE EN AANGENAME WIJZEN.
Te AMSTERDAM, bij
F.G.L. HOLST.
Egelantiersgracht bij de tweede Dwarsstraat
[pagina 64]
BLADWIJZER.
Ach, lieve Bekje! zeg snuggere meid, | Bladz 28 |
Adieu, mijn Lief! mijn uitgelezen, | Bladz 34 |
Ach, Herderin! ootmoedig, | Bladz 7 |
Bonjour, Mademeselle! | Bladz 52 |
De Kermis is een droevig feest, | Bladz 35 |
Een Pluimgraaf uit de koeijedrijversstand | Bladz 9 |
Een valsche tong is een gedrogt, | Bladz 40 |
Een Meisje van ruim achttien jaren, | Bladz 57 |
Gepaard met eene deugdzame Gade, | Bladz 49 |
Het was 's morgens met den dag, | Bladz 20 |
Het zal mij van mijn levensdagen niet, enz. | Bladz 38 |
Ik laat het minnen varen | Bladz 4 |
Ik vliede alle vreugde, ik sterf van ongeduld | Bladz 11 |
Indien dat gij, o jonge jeugd! | Bladz 14 |
In 't schaduw van de boomen, | Bladz 16 |
Ik zal u eeuwig minnen | Bladz 46 |
Ik heb den ganschen nacht | Bladz 62 |
Jonkheid hoort eens mijn vermaan, | Bladz 26 |
Kom, lief meisje! voor de ramen, | Bladz 8 |
Kom, Meisjes! die van dezen trant, | Bladz 18 |
Kon ik een Meisje vinden | Bladz 31 |
Liefde die het al verwint, | Bladz 22 |
Luistert eens Jeannette | Bladz 48 |
Laat Jupijn 't Heelal verbazen | Bladz 50 |
Mogt ik eind'lijk u genaken, | Bladz 13 |
's Morgens als bij mij kwam wekken, | Bladz 47 |
O wat een vermogen, vindt men in de min | Bladz 13 |
Voor u alleen plukte ik deez' bloemen | Bladz 9 |
Vrienden, luistert naar de klugt, | Bladz 23 |
Vrinden ik groet u altemaal | Bladz 51 |
Wees welkom, teedre zielsvriendin! | Bladz 6 |
Weest verblijd, arm en rijk, | Bladz 32 |
Waar blijft gij, mijn Beminde? | Bladz 59 |
Wel wat een raar geval | Bladz 60 |
Welaan mijn pakje opgevat | Bladz 3 |
Zeg mijn lieve meisje! | Bladz 30 |
Zouden wij Chou Chou niet roemen | Bladz 55 |
Zwart wil ik wel wezen | Bladz 56 |