De Zeventiende Eeuw. Jaargang 13

[p. 379]

Personalia

Paul Begheyn S.J. is staflid van het Ignatiushuis te Amsterdam en redacteur van De Heraut, Numaga en Streven. Hij publiceerde sinds 1990 o.a. over de geschiedenis van Nijmeegse drukkers etc. (met E.F.M. Peters) en over die van de Nijmeegse jezuïeten, een bibliografie over de geschiedenis der jezuïeten van 1900-1993 en Petrus Canisius. Brieven en geestelijk testament van de eerste Nederlandse jezuïet (1997). Hij bereidt een kritische editie voor van Die Evangelische Peerle.

Hans W. Blom is docent Sociale en Politieke Filosofie aan de Faculteit der Wijsbegeerte van de Erasmus Universiteit. Tot zijn publicaties behoren Causality and morality in politics. The rise of nationalism in Dutch seventeenth century political thought (1995) en een editie van Algernon Sidney's Court maxims (1996). Hij bereidt een teksteditie voor van Pieter de la Court, De politieke weegschaal.

Hans Bots is hoogleraar Cultuurgeschiedenis aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Zijn onderzoek en publicaties betreffen verschillende aspecten van de ‘Republiek der Letteren’. Hij gaf o.a. drie delen correspondentie uit van André Rivet. Thans vormen de Franstalige periodieke pers in de Republiek (1684-ca. 1760) en boekgeschiedenis zijn belangrijkste aandachtsgebied.

Thomas DaCosta Kaufmann is hoogleraar aan het Department of Art and Archaeology van de Princeton University. Hij publiceerde o.a. The School of Prague. Painting at the Court of Rudolph II, The Mastery of Nature. Aspects of Art, Science and Humanism in the Renaissance, en Court, Cloister, and City. The Art and Culture of Central Europe 1450-1800. Zijn huidige onderzoek betreft de historiografie van de beeldende kunst voor Winckelmann, en onderwerpen betreffende het koloniale Latijns Amerika.

Henk Duits is universitair docent aan de studierichting Nederlands van de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij promoveerde op de studie Van Bartholomeusnacht tot Bataafse opstand. Studies over de relatie tussen politiek en toneel in het midden van de zeventiende eeuw (1990). Behalve over toneel schreef hij ook over de biografie in de zeventiende eeuw.

Ursula Geisselbrecht-Capecki is verbonden aan het Museum Kurhaus Kleve-Ewald. Zij beheert daar de collectie Robert Angerhausen in het prentenkabinet Mataré, waarover zij in 1993 de catalogus Die Niederrhein. Zeichnungen, Druckgraphik und Bücher samenstelde. Na publicaties over Ewald Mataré bereidt zij nu een proefschrift voor over Johan Thorn Prikker.

[p. 380]

J.H.J. Geurts is als universitair medewerker verbonden aan de vakgroepen Geschiedenis en American Studies van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hij promoveerde op ‘Onsser stadt in sulken gedranghe’. Maastricht en het Rijk 1500-1550 (1993) en voltooit nu een (vervolg) studie over de politiek-religieuze ontwikkelingen te Maastricht in de periode 1550-1580.

S. Groenveld is hoogleraar in de Geschiedenis en Cultuur van de Republiek der Verenigde Nederlanden aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Na zijn studie Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam promoveerde hij te Leiden op Verlopend getij. De Nederlandse Republiek en de Engelse Burgeroorlog (1984). Hij publiceert m.n. over onderwerpen uit de Nederlandse geschiedenis van de zestiende en zeventiende eeuw.

E.K. Grootes is hoogleraar Historische Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceerde voornamelijk over onderwerpen uit de zeventiende-eeuwse literatuur. In 1996 verscheen een bundel met twaalf van zijn artikelen: Visie in veelvoud. In de komende tijd zal hij werken aan een nieuwe editie van Bredero's Moortje en Spaanschen Brabander in de DELTA-reeks.

Louis Peter Grijp is als onderzoeksmedewerker verbonden aan het P.J. Meertens-Instituut te Amsterdam. Hij publiceerde m.n. op het gebied van het Nederlandse lied uit de Gouden Eeuw, o.a. zijn dissertatie (1991). Hij is tevens artistiek leider en luitspeler van Camerata Trajectina.

Willem Heijting is hoofd van het Studiecentrum voor Protestantse Boekcultuur en conservator Handschriften en Oude Drukken bij de Bibliotheek van de Vrije Universiteit te Amsterdam. Zijn onderzoek richt zich m.n. op de distributie en receptie van godsdienstige lectuur in het verleden. Hij promoveerde op de studie De catechismi en confessies in de Nederlandse reformatie tot 1585 (1989). Hij werkt thans o.a. aan de reconstructie van protestantse uitgeversfondsen.

Marloes Huiskamp werkt als wetenschappelijk medewerkster van het Westfälisches Landesmuseum für Kunst und Kulturgeschichte te Munster aan de tentoonstelling 1648. Krieg und Frieden in in Europa (1998). Haar onderzoek en publicaties betreffen diverse aspecten van de iconografie van de Noord- en Zuid-Nederlandse schilderkunst van de zestiende en zeventiende eeuw, o.a. de decoratie van openbare gebouwen.

Hans-Martin Kaulbach is conservator van de Duitse en Nederlandse prenten en tekeningen van de collectie Grafiek van de Staatsgalerie Stuttgart. Hij publiceerde o.a. Bombe und Kanone in der Karikatur (1987), Neues vom Weisskunig (1994) en artikelen over de iconografie van de Vrede. Hij werkt nu aan de tentoonstelling 1648. Krieg und Frieden in Europa (Munster en Osnabrück 1998).

Marie Juliette Marinus is als wetenschappelijk assistent werkzaam op het stadsarchief van Antwerpen. Zij publiceerde over Laevinius Torrentius, als tweede bisschop van Antwerpen 1587-1595 (licentiaatsverhandeling, bekroond door de

[p. 381]

Kon. Academie voor Wet., Lett. en Schone Kunsten van België) en over de Contrareformatie in Antwerpen tijdens de zeventiende eeuw (dissertatie 1993, eveneens uitgegeven door de Kon. Academie).

Carlos Martínez-Shaw is hoogleraar Vroegmoderne Geschiedenis aan de Universidad Nacional de Educación a Distancia te Madrid. Op het gebied van zijn specialisatie, maritieme geschiedenis, publiceerde hij o.a. Cataluña en la Carrera de Indias, 1680-1756 (1981) en La emigración española a América (1492-1824) (1994). Hij bereidt nu een monografie voor over visserij in Spanje en Spaans Amerika in de achttiende eeuw.

Marijke Meijer Drees is universitair docent aan de afd. Historische Letterkunde van de vakgroep Nederlands van de Universiteit van Utrecht. Zij promoveerde in 1989 en publiceerde o.m. over zeventiende-eeuwse historiedrama's en patriottisme in de Nederlandse literatuur van ca. 1650-1750 en beeldvorming in zeventiende-eeuwse teksten. Zij start binnenkort met een onderzoek ‘burger en zeventiende-eeuwse literatuur’ (Huizinga-instituut).

Henk J.M. Nellen is senior medewerker van het Constantijn Huygens Instituut, werkgroep Renaissance. Hij publiceerde studies over zeventiende-eeuwse intellectuele betrekkingen en legt zich momenteel toe op de uitgave van deel XVII (supplementbrieven 1594-1643) van de Briefwisseling van Hugo Grotius.

Gees van der Plaat is redactiesecretaris van de Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden en directeur van het Kon. Ned. Historisch Genootschap. Zij bereidt een dissertatie voor over de geschiedschrijver Lieuwe van Aitzema (1600-1669).

Cornelis S.M. Rademaker ss.cc. studeerde filosofie, theologie, muziek en geschiedenis en promoveerde in 1967. Hij was o.a. een aantal jaren wetenschappelijk hoofdmedewerker aan het Instituut voor Neolatijn van de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceerde verscheidene studies over het Noord-Nederlandse humanisme van de zestiende en zeventiende eeuw (Erasmus, Vossius, Grotius).

Emile Ramakers is wetenschappelijk medewerker bij de Stadsbibliotheek Maastricht. Hij publiceerde o.a. met J.P.C.M. van Hoof over het strategisch belang van de vesting Maastricht (in L.J. Morreau, Bolwerk der Nederlanden, 1979) en doet t.b.v. de Atlas van historische vestingwerken onderzoek naar de militaire geschiedenis van Limburg.

Cornelia M. Ridderikhoff is medewerker van het Constantijn Huygens Instituut, werkgroep Renaissance. Zij is lid van de internationale commissie tot uitgave van Les Livres des procurateurs de la nation germanique de l'ancienne Université d'Orléans 1444-1602. Zij draagt momenteel zorg voor de bewerking van de Briefwisseling van Hugo Grotius, deel XVI (1644-1645).

[p. 382]

Peter J.A.N. Rietbergen is bijzonder hoogleraar Geschiedenis van de (culturele) relaties tussen Europa en de niet-Europese wereld aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hij publiceerde monografieën over o.a. de sociaal-economische geschiedenis van de Pauselijke staat in de zeventiende eeuw, de cultuurpolitiek van Paus Urbanus VIII en Pieter Both, en in 1998 verschijnt van zijn hand een handboek voor de Europese cultuurgeschiedenis. Hij bereidt nu een boek voor over Europese visioenen van India, ca. 1780-1960, en een studie over de relaties tussen Nederland en Japan, ca, 1640-1860.

Jan Roegiers is hoogleraar Kerk- en Cultuurgeschiedenis aan de Katholieke Universiteit Leuven. Tot voor kort stond hij aan het hoofd van de Universiteitsbibliotheek aldaar en hij is nu archivaris en directeur van de Kunstverzameling van deze instelling. Tevens doceert hij archivistiek aan de Vrije Universiteit Brussel. Zijn publicaties betreffen vooral het tijdvak van de achttiende eeuw, m.n. de geschiedenis van de Leuvense universiteit.

Etienne Rooms is lector Geschiedenis van de internationale betrekkingen en de Krijgsgeschiedenis aan de Kon. Militaire School te Brussel. Hij publiceerde over de militaire geschiedenis en publiekrechtelijke instellingen van de Zuidelijke Nederlanden en België en promoveert binnenkort op De materiële organisatie van het leger in dienst van de Spaans-Habsburgse monarchie in de Zuidelijke Nederlanden (1659-1700).

Hugo de Schepper is hoogleraar Nieuwe Geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hij publiceerde over de rechts-, bestuurs- en politieke geschiedenis der Nederlanden en betrekkingen met de Iberische wereld, m.n. van 1400 tot 1700 en van 1814 tot 1840. Hij participeerde recentelijk in het Europese onderzoekszwaartepunt ‘Origins of the Modern State in Europe, 12th-18th centuries’ en is o.m. redactielid van de Cuadernos de Investigación Histórica.

Karl Schütz is directeur van de Gemäldegalerie van het Kunsthistorisches Museum te Wenen. Hij specialiseerde zich op het gebied van de Nederlandse en Duitse schilderkunst van de vijftiende tot zeventiende eeuw en dat van hofportretten. Hij was samensteller van diverse tentoonstellingscatalogi, o.a. over Cranach, Rubens, David Teniers de Jongere en Dürer. Hij bereidt diverse tentoonstellingen voor, o.a. over Karel V, en draagt tevens bij aan de tentoonstellingscatalogus 1648. Krieg und Frieden in Europa in Munster en Osnabrück (1998).

Mieke B. Smits-Veldt is hoofddocent aan de vakgroep Historische Nederlandse Letterkunde van de Universiteit van Amsterdam. Zij promoveerde in 1986, publiceerde op het gebied van drama- en toneelgeschiedenis o.a. Het Nederlandse renaissancetoneel (1991) en was mederedacteur van Een theatergeschiedenis der Nederlanden (1996). Ze bereidt een studie voor over de rederijkerskamer ‘De Egelentier’ (periode 1602-1637).

Joke Spaans is universitair docent Kerkgeschiedenis aan de Faculteit Godgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam. Zij promoveerde op de studie Haar-

[p. 383]

lem na de Reformatie. Stedelijke cultuur en kerkelijk leven 1577-1620 (1989). Zij deed de afgelopen jaren aan de Fryske Akademy onderzoek naar armenzorg in Friesland in de periode 1500-1800. Een monografie hierover verschijnt rond het einde van 1997.

Marijke Spies is hoogleraar Nederlandse letterkunde tot 1770 aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en bijzonder hoogleraar Geschiedenis van de rhetorica aan de Universiteit van Amsterdam. In het kader van het NWO-project ‘De Nederlandse cultuur in Europese context’ werkt zij samen met Willem Frijhoff aan een boek over de Nederlandse cultuur rond 1650.

Christian Tümpel is hoogleraar Kunstgeschiedenis aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Zijn onderzoek betreft o.m. Rembrandt en diens tijdgenoten, Nederlandse groepsportretten, religieuze schilderkunst en de emancipatie van Joodse kunstenaars. Hij bereidde diverse tentoonstellingen voor en publiceerde verschillende monografieën, o.a. Rembrandt. Mythos und Methode (1986) en Im Lichte Rembrandts. Das alte Testament im goldenen Zeitalter der niederländischen Kunst (1994).

Jan J.V.M. de Vet is verbonden aan het Pierre Bayle-Instituut van de Faculteit der Letteren van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hij publiceerde o.m. over de vroege Verlichting, Spinoza en tijdschriften uit de zeventiende en achttiende eeuw.

Marc Wingens promoveerde in 1994 op een studie over de bedevaart van katholieke Nederlanders in de zeventiende en achttiende eeuw. Hij is gespecialiseerd in de religieuze en universiteitsgeschiedenis van de vroegmoderne tijd. Momenteel is hij betrokken bij de bedevaartprojecten op het P.J. Meertens-Instituut te Amsterdam en in Museum Catharijneconvent te Utrecht.

A.M. van der Woude is hoogleraar Agrarische Geschiedenis aan de Landbouwuniversiteit Wageningen. Hij publiceerde boeken en artikelen over m.n. de economische en demografische geschiedenis van de Republiek, o.a., in samenwerking met Jan de Vries, een nieuw handboek op het gebied van de economische geschiedenis: Nederland 1500-1815. De eerste ronde van moderne economische roei (1995).