Zeeuwsch liedeboek(1828)–Anoniem Zeeuwsch liedeboek– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] De balsem des levens. Wijze: Wie Neerlandsch bloed enz. Wanneer ons hart den reinen gloed, Der liefde staat ten doel, En zij ons teder blaken doet, Verfijnt ze ook ons gevoel, Haar toverkracht maakt ons verheugd, 't Is ons om 't hart zoo wel, 't Staat open voor de zachste vreugd, En onze pols slaat snel. En voegt er zich de vriendschap bij, Bied die haar gul de hand, Wat reinen wellust smaken wij, Voor dezen dubble band, Door liefde en vriendschap zacht ontsnoerd, Is 't leven aangenaam, 't Genoegen word ten top gevoerd, En hartlijk lacht men zaam. Waar men zich zoo met vriendschap paart, Leeft blijdschap ongestoord, Dit drietal meer dan schatten waard, Brengt 's levens balsem voort, Men kent, geen druk, men juicht, men zingt, Bij boerterij en jok, Men spot, men lacht, men danst, men springt En drink met smaak klok klok. Vorige Volgende