De Zeeuwsche minnezanger
(ca. 1870)–Anoniem Zeeuwsche minnezanger, De– AuteursrechtvrijVerzameling van Uitgezochte Liederen
[pagina 92]
| |
Ik tracht om te worden vrouwe,
Mij dunkt mijnen tijd is daar.
Tra la la la la la la la, bis.
'k Heb een minnaar en verwinnaar
Naar mijn hart en zin te gaâr.
Hoe durft gij van trouwen spreken,
Nog zoo jong en slechten tijd,
Ja nog vol kindergebreken,
Na den trouw volgt zorg en vlijt,
Tra la la la la la la la, bis.
Het vroeg trouwen zou u rouwen,
Als gij eens in armoe zijt.
Moeder mijnen vriend is wakker,
Hij heeft nooit van nood geklaagd.
Hij is in zijn werken wakker,
Om te geraken aan den kost,
Tra la la la la la la la. bis.
Dure tijden, niets dan lijden,
Dat het huwelijk wordt verjaagd.
Dochter het gaat zonder vragen,
Dat wij in den huwelijksband
Aan den man moet liefde dragen,
En ook bieden onderstand.
Tra la la la la la la la. bis.
Koken, draaien, stoppen, naaien,
Trekken aan den wiegeband.
Wel moeder is u het vergeten,
Ik heb daar lang op gelet,
| |
[pagina 93]
| |
Tot uw hulp mijn plicht gekweten.
Het huishouden doe ik net,
Tra la la la la la la la. bis.
Maar een wiege zonder liegen,
Vrees ik haast te zien voor 't bed.
Dochter ik hoor dat den akker
Reeds bezaaid is met het zaad,
Trouw dan haastig en zijt wakker,
Opdat hij u niet meer ontgaat,
Tra la la la la la la la. bis.
'k Wensch u vreugden en veel deugden,
In den huwelijken staat.
|
|