De Zeeuwsche minnezanger(ca. 1870)–Anoniem Zeeuwsche minnezanger, De– AuteursrechtvrijVerzameling van Uitgezochte Liederen Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Nieuw lied van een herderinne. Daar was een herderinnetje Al in het jeugdig groen, Een schoon lief engelinnetje Al in het meiseizoen, Langs de klare waterstroomen, Waar ik haar zitten vond, Onder 't lommer van de boomen, Waar zij alleenig stond, Maar op de baan kwam aan gegaan Een onbekende jonkman, En die sprak dat meisje aan. In 't eerst was zij verlegen, Als zij mijnheer zag staan; Zij knikte hem vriendelijk tegen, Hij is met haar gegaan; Van daar zijn zij getreden Wat verder in het riet, En wat zij daar nu deden, Weet ik voorzeker niet. Maar de zon die begon In het westen te verdwijnen, Eer dat zij vertrekken kon. De moeder ging aan 't kijven, Toen zij te huis kwam aan, Waar kunt gij zoo lang blijven, Waar komt gij nu van daan? [pagina 12] [p. 12] Ach moeder wil niet kijven! En wees zoo haastig niet, Het was een vreemde jonkman, Het was een Fransche Piet, Hij was rijk en net gekleed, O gij kunt het niet gelooven, Welk een vriendschap hij mij deed. Wat zijn dat voor rare zaken, Die gij mij hier verteld, Gij komt mij angstig maken, Sprak moeder zeer ontsteld, Want al die Fransche heeren, Zij vliegen door den wind, Blijf gij met Jan verkeeren, Die u oprecht bemind. Volgt mijn raad: vlucht het kwaad, Doch het meisje wou gaan leeren, Maar helaas het was te laat. Hij heeft mij zijn hand gegeven, En ook zijn eed gedaan, Dat hij zal wederkeeren, Kon ik hem maar verstaan; Ik zal den koster spreken, Dien hooggeleerde man, Of hij niet alle weken Mij een lesje geven kan. En als mijnheer dan komt weêr, O, dan zal hij staan te kijken, Want dan kent hij mij niet meer. [pagina 13] [p. 13] Het was een tijd geleden, Eer dat men iets vernam, Zij had zoo veel geleden Eer dat er iets van kwam; Men zag de menschen loopen En vliegen door den wind, Of daar iets was te koopen Dat men hier zelden vindt. Op een nacht kwam onverwacht Eene juffrouw van de grenzen, Die haar een jonge Franschman bracht. Nu meisjes voor het laatste, Neemt hier een voorbeeld aan, Ik raad u voor het laatste, Als gij uit wandelen gaat, En laat u niet verleiden Van zoo een Franschen heer, Zij hebben fijne streken En vleien om uw eer. Volgt mijn raad: vlucht het kwaad En laat die Franschen loopen, Het is te laat, als uw eer leit op straat. Vorige Volgende