Zeeuwsche Nachtegael en bijgevoegd Tafereel van sinne-mal(1982)–Anoniem Zeeusche Nachtegael– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Wulmer. Wulmer quam opt ijs ghereden Mette Vrijster by der hant, Vierich en vol heeten brant, Vier en brant was al sijn reden; 5[regelnummer] Maer hy had niet lang ghereden, Siet! het ijsich velt dat brack, Daer leyt Wulmer in de wrack. Wulmer riep met luyder stemmen, Help, och! help, of ick verstijf, 10[regelnummer] 'kHeb de doot al op het lijf. Help, het ijs dat sal me klemmen, Help, och! help, 'ken can niet swemmen Help my doch uyt desen noot, Of ick blijf van koude doot. 15[regelnummer] Ghy verkleunen? watte schanden! Rieper yemant van de kant, Koelje, koelje, vierich quant, Koelt, ô koelt u hittich branden. Noch riep Wulmer, Laet my landen, 20[regelnummer] Wat vermeerje mijn verdriet? Hier is t'rechte koelsel niet. Vorige Volgende