Zeeuwsche Nachtegael en bijgevoegd Tafereel van sinne-mal(1982)–Anoniem Zeeusche Nachtegael– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] Gedicht, ten selven eynde. IOnck-vrouw ANNA wilt niet schromen In ons Zeeusche lucht te comen; Door u gheestich hooch verstant Heeft u al te vast geplant 5[regelnummer] In sijn gracy Phebus constich, Boven al is hy u jonstich, Die u hout in sijnen sin Voor sijn thiende Sang-Goddin: Hy sal met het suyver schijnen 10[regelnummer] Van sijn stralen doen verdwijnen Al wat u te vreesen is, Alle zee-lucht, alle mis, Alle heete quade winden, Alle dompen doen verswinden, 15[regelnummer] Dat ghy in ons Zeeusche lucht Niet sult vinden dan ghenucht, Die u beter sal vermaecken Dan al d'Amsterstamsche staecken Die met zeylen, roggh en vlas 20[regelnummer] Brenghen door de groote plas: En als u noch yet mocht deeren, Phebus salt wel connen weeren; Heeft hy niet der kruyden cracht En genees-konst in sijn macht? 25[regelnummer] Daerom, Ionck-vrou, wilt niet schromen In ons Zeeusche lucht te comen. S.V.B. Vorige Volgende