Zeeuwsche Nachtegael en bijgevoegd Tafereel van sinne-mal(1982)–Anoniem Zeeusche Nachtegael– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] Aen de Eerbare, Achtbare, Const-rijcke Jonck-vrou Anna Roemers. NAe dat u weer de naem gereyst heeft vele daghen, En u begaefde geest van Fama voort gedraghen Door landen en door steen, is noch na lang verwacht Int eynd' u geestich lijf alhier by ons gebracht: 5[regelnummer] De zee was heel in vreugt wanneer ghy quaemt gevaren, Neptunus hem vergat met al sijn woeste baren; De Nymphen dienden u, en Aeolus met lust Dreef 'tschip, met sachte wint, recht na de Zeeusche cust. Soo haest en was u voet niet op het lant getreden, 10[regelnummer] Of de geswinde Faem die quam terstont gereden, Op dat sy uwe comst sou melden door de stadt, Boodschaptet yder een, maer my alleen vergat; 'tGeruchte liep ras voort, want niemant heeft geswegen, Soo dat ick noch op 'tlest de tijding heb gekregen, 15[regelnummer] En als ick wist u comst, hoe cond' ick wesen stom? Van herten dan Ionck-vrou, heet ick u wellecom. [pagina 44] [p. 44] Wat sal ick dees Godin nu verder gaen toe wenschen, Die soo rijck is begaeft, verr' boven alle menschen, Met wijsheyt en verstant, ja waer van datmen spreect, 20[regelnummer] Ist wetenschap of kunst, dit al haer niet ontbreect; Sy heeft der Goden gunst, en is bemint van allen, In al het geen sy doet heeft yder goet ghevallen; Maer noch ontbreeckter wat aen dees begaefde Maecht, Dat is dat sy die naem van Maecht te lange draecht: 25[regelnummer] Ick wensche dan, Jonck-vrou, dat u wert toe-gesonden Een, daer ghy naer u wensch mocht werden aen gebonden Met eenen soeten bant van eenicheyt en rust, Van ware liefd' en vreucht, die noyt wert uyt-geblust, Een vriendelicken bant, waer door een soeten seghen 30[regelnummer] Op u wiert uyt-ghestort als een gewensten regen, Dat ghy als moeder mocht voort-teelen een geslacht Dat alle druc verdrijft, wanneert maer eens en lacht; En alst dan quam dijn hals t'omvangen met syn vlercken, Dat waer u meer vermaeck als al u konstich wercken: 35[regelnummer] Dit wensch ic u, Jonck-vrou, en dat ghy't ooc wel raect, Want 'tmeest u noch ontbreect, om heel te syn volmaect. Iohanna Coomans. Vorige Volgende