De zang-godin aan 't Y. Deel 1(1755)–Anoniem Zang-godin aan 't Y, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] Beede aan de Min. Andante. Min-ne Wigje schenkt mij Wieken of de Voeten van een Réé, Dat ik in het morgen krieken, Spoe-dig kom bij Ga - - la - - thee. Laat ik haar nog Slaapend vinden, Ik bid u rek haar rust zo langk, Wil haar lieve Oogjes blinden, Op dat ik uw goedheid dank. Ik zal die schoone Slaapster wekken Met myn zuiv're Harders Riet, Zingend haar myn Min ontdekken Door een Herder morgen-Lied. Sterk myn Min, door uw vermogen Prys haar myne Liefde aan, 'k Weet zy zal haar minnend' oogen Zonder toeven op my slaan. Zy, zal my, niet meer ontvlugten, Niet veragten myn gevley, Maar als ik, door Liefdens-Zugten Volgen uwe Heerschappy. 'k Zal, tot dank, u, Offer slagten Twee paar Duifjes rein en wit, En vier Lamm'ren gaaf van Vagten; Ach! schenkt my dan haar bezit. Vorige Volgende