De zang-godin aan 't Y. Deel 1(1755)–Anoniem Zang-godin aan 't Y, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Den Lof des Huwlyks. Allegro. Hoe zaalig is het Echt- verbond. Hoe vol vermaak en vreugd, Wanneer het waarlijk is gegrond Op rei- ne liefd' en deugd: Geen schat hoe groot van waarde, die zoo veel voordeel geeft, als d'Echtenstaat op aarde, zoo men die wel beleeft. Een Man, die zyne rust bemind, En vreedzaam is van aart, Nooit beeter staat dan deezen vind: Twee Zielen, wel gepaard, Zien nimmer hun genoegen Door tegenspoed gestuit, Daar zy zig willig voegen Naar 's Hemels wys besluit. Men heeft, wanneer men is gehuwd, Altyd een Deel-Genoot In ramp en druk, die 't Lot niet schuwd, Al is uw smart zeer groot: Maar in het eenzaam Leeven Zwigt Vriendschap voor uw druk, Hoe 't Lot u ook doet beeven, Elk vlugt uw ongeluk. [pagina 23] [p. 23] Altoos baart Eenzaamheid verdriet, Dit lyd geen tegenspraak, Men vind in 't eenzaam Bedde niet, Nog aan den Disch, 't vermaak Dat ons den Echt doet vinden Aan Tafel en in 't Bed, Al heeft men duizend Vrinden, Die vreugd word dog belet. Een Huis-Voogd met zyn Huis-Vrindin Verbeelden te gelyk Een Koning en een Koningin Hun Huis verstrekt een Ryk; Hunn' Kind'ren d'Onderdaanen, Die met een diep ontzag, Van hen zig doen vermaanen Tot Deugden, dag aan dag. ô! 't Huwlyk is het Leevens-zoet, Waar by den Vryën staat Niet anders is dan Gal en Roet, Gebreklyk in der daad. Den Trouw leerd wel te leeven, Weerd alle ontugtigheid, En maakt ons meer bedreeven In Kennisze en Beleid. Vorige Volgende