Literatuur
Onmisbaar voor studie van de Ysengrimus zijn de tekstedities van Voigt en Mann: J. Mann, Ysengrimus. Text with translation, commentary and introduction. Mittellateinische Studien und Texte 12, Leiden etc. 1987, en E. Voigt, Ysengrimus. Herausgegeben und erklärt, Halle 1884, herdruk Hildesheim 1974. Beide werken bevatten tevens een uitvoerige inleiding. Manns editie bevat daarnaast nog een uitvoerige bibliografie. Bruikbare en interessante studies over de Ysengrimus zijn: L. van Acker, ‘Parodiërende Elementen in Nivardus' Ysengrimus’, in: Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandsche Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en geschiedenis 20 (1960), p. 335-363, en J. van Mierlo, Het vroegste dierenepos in de Letterkunde der Nederlanden: Isengrimus van Magister Nivardus, Antwerpen etc. 1943.
De volgende studies behandelen de Latijnse dierenpoëzie en besteden veel aandacht aan de Ysengrimus: F.P. Knapp, Das lateinische Tierepos, Darmstadt 1979, en J.M. Ziolkowski, Talking Animals. Medieval Latin Beast Poetry, 750-1150, Philadelphia 1993. Jauss heeft in zijn studie over middeleeuwse dierenpoëzie eveneens een belangrijk hoofdstuk gewijd aan de Ysengrimus: H.R. Jauss, Untersuchungen zum mittelalterlichen Tierdichtung. Beihefte zur Zeitschrift für romanische Philologie 100, Tübingen 1959.
Achtergrondinformatie over middeleeuwse opvattingen over fabels en het dierenepos is te vinden in: P.W.M. Wackers, De Waarheid als leugen. Een interpretatie van Reynaerts historie, Utrecht 1986.