Vooraf
Het laatste nummer van 2007 bevat een hoop degelijke teksten om u de winter door te helpen: binnen- en buitenlandse poëzie, proza, beschouwingen en de vierde bijdrage van onze writer-in-residence Saskia de Jong. Dit alles doorspekt met ‘20th Century Boys’, een nieuwe reeks tekeningen van de Franstalige Belgische kunstenaar Benoît Platéus.
Van de Amerikaanse Rae Armantrout, volgens Sarah Posman een atypische exponent van de Language Writing-traditie, vertaalde Elisabeth Tonnard een aantal hotsende en toch weer secure gedichten dat de lezer eerder precieze vragen stelt dan dat het pasklare antwoorden geeft. In ‘Snijvlakken / Cirkelzaag’, een tweestemmige inventie van Samuel Vriezen en Arnoud van Adrichem, komt het woord ‘waarheid’ weliswaar verschillende keren voor, maar wordt niet helemaal duidelijk wat het betekent. Verder zijn er vier door opsomming en afstandelijke observatie getekende gedichten van de jonge debutant Geert S. Simonis, en tussen de bedrijven door, ietwat verdoken opgesteld, nog een kort en licht onthutst prozagedicht van Eva Cox.
Kurkdroog, met ongekende vaart maar niet zonder een zeker mededogen beschrijft de jonge Oleg Zobern randfiguren in het Russische suburbia; ‘Thee in Plavsk’ is een staaltje van zijn kunnen. David Nolens toont een stille wereld waarin obsessief geluisterd, gekeken en afstand genomen moet worden om de betekenisloosheid weg te houden. Ook het hoofdpersonage van ‘Los zand’, een verhaal van Joris Buitendijk, moet grondig observeren, teneinde te doorgronden wat er nu eigenlijk aan de hand is met die alom ziek wordende konijnen. Ten slotte is er ‘In vlammen op’, een wonderlijk verhaal van William Faulkner dat hier voor het eerst wordt vertaald door Martijn Boven.
‘Die ochtend in de boekhandel’ bevat drie beleefde maar kritische stukken van veeleisende lezers. In zijn bespreking van de postuum verschenen bundel