Personalia
daniel bănulescu (1960), geboren te Boekarest. Zijn eerste dichtbundel Ziua în care am fost publicat (De dag waarop ik werd gepubliceerd) verscheen in 1987 in de reeks ‘Cartea cea mai mică’ (Het kleinste boek), die destijds als bijlage in het tijdschrift Convingeri Comuniste (Communistische overtuigingen) was opgenomen, zij het door de censuur tot de helft teruggebracht, omdat Bănulescu's overtuigingen niet door de communistische beugel konden. Bănulescu profileert zich als een woesteling, ‘een dichter van de explosie en niet van het concept, een dichter die zijn ontdekkingen en zelfverkenning tijdens het schrijven zelf realiseert’ (zoals Mircea Martin, de mentor van ‘Universitas’, stelde). De bitterheid om de reële en ideële armoede in Roemenië wordt niet als klaagzang, maar als een scherpe aanklacht geformuleerd, agressief en provocerend. De weggevallen gedichten zouden pas in 1993 verschijnen in Te voi iubi pân' la sfârşitul patului (Ik zal je liefhebben tot het eind van het bed); daarna volgden Balada lui Daniel Bănulescu (De ballade van Daniel Bănulescu, 1997) en Daniel, al rugăciunii (Daniel, van het gebed, 2002). In 2000 bracht Bănulescu zijn gedichten samen in de verzamelbundel Republica federăla Daniel Bănulescu (De bondsrepubliek Daniel Bănulescu). Daniel Bănulescu leeft van zijn pen sinds het verkoopssucces van Te pup in fund, conducător iubit! (Ik kus je kont, geliefde leider, 1994), een roman waarin het amorele en wrede karakter van Ceauşescu's regime satirisch op de korrel wordt genomen. De kritiek had het over ‘een roman met een compleet nieuw timbre, een nieuwe stempel en een nieuwe sound,
ongekunsteld en duizelingwekkend, doordrenkt van een magisch realisme en een grensloos Balkanisine’. Die wereld werd in 1998 verder uitgetekend in zijn tweede roman: Cei şapte regi ai oraşcului Bucureşti (De zeven koningen van de stad Boekarest).
erik bindervoet (1962) publiceerde in 1995 de bundel Tijdelijk zelfportret met hoofd en plaatsbepaling, oranje (genomineerd voor de Buddingh'-prijs), gevolgd door De saaiste jongen ter wereld (1997), De schilder en zijn model (1998) en Aap (2002). Voor altijd voor het eerst verschijnt op de landelijke gedichtendag in 2008.
sascha brij (1976) werkt aan de Universiteit Gent als literatuurwetenschapper en is redacteur van yang.
saskia de jong (1973) woont in Amsterdam en debuteerde in 2004 met zoekt vaas, waarmee zij genomineerd werd voor de C. Buddingh'-prijs. Eind 2006 verscheen haar tweede bundel, resistent. Dit jaar is zijn vier afleveringen lang yangs writer-in-residence.
jan demian is een ruilnaam voor Jan H. Mysjkin, in 1955 geboren te Brussel. Vorig jaar publiceerde hij Kosovo, zijn vijfde bundel sinds Vormbeeldige gedichten in 1985. Hij vertaalde een kleine honderd Franstalige dichters in het Nederlands, en evenveel