Arc, 2002) en, deze winter te verschijnen, een boek vertalingen van Rutger Kopland, bij Waxwing Books in Ierland.
pol koste (1947) woont en werkt in Gent. Sedert zijn debuut (De Veranderingen, Manteau 1979) heeft hij alle verramsjte exemplaren van zijn boeken opgekocht. De voorbije tien jaar publiceerde hij onder meer Ontroeringen van een forens (1993), High Key (1995), De lucht naar Mirabel / Carnet I (1999) en Montréal / Carnet II (2003). Onlangs voltooide hij Een dag in maart / Carnet III. Hij kreeg voor zijn werk de Ark-prijs van het Vrije Woord.
piet joostens (1972) is redacteur van yang, auteur, literair vertaler en voltijds werkzoekende.
lydia mischkulnig (klagenfurt 1963) woont en werkt in Wenen. Ze publiceerde onder meer Halbes Leben (1994), Hollywood im Winter (1996), Sieben Versuchungen (1998) en Umarmung (2002). Verder schreef ze hoorspelen voor ORF. Ze ontving voor haar werk in 1996 de Bertelsmann Literaturpreis 1996 en in 2002 de Manuskripte-preis.
alexandru muşina (1954), zie de inleiding van Jan H. Mysjkin op pagina 397.
jan h. mysjkin (1955 geboren te brussel) leidt een halfnomadisch bestaan tussen Amsterdam, Boekarest en Parijs. Begin dit jaar verzorgde hij een dossier over en met Nederlandse poëzie sinds 1950 voor het Franse tijdschrift Europe. In boekvorm verschenen vertalingen van Dinu Flamand (Lenticula, met etsen van Klasien Boulloud), Nichita Stanescu (De onwoorden, in een vormgeving van Danny Dobbelaere), Werner Lambersy (De eerstgeborene, met etsen van Maya Boisgallays) en Cees Nooteboom (De slapende goden, met lithografieën van Jürgen Partenheimer).
harold polis (1970) is uitgeefredacteur van Meulenhoff/Manteau.
marc reugebrink (1960) is redacteur van yang. Publiceerde twee dichtbundels, de romans Wild vlees (1998) en Touchdown (2004) en de essaybundel De inwijkeling (2002).
bertrand russell (1872-1970) Brits logicus, filosoof, Nobelprijswinnaar voor Literatuur en sociaal activist. Publiceerde boeken met geweldige titels als Principia Mathematica (1910-1913, met A.N. Whitehead), Our Knowledge of the External World (1914), Education and the Good Life (1926), Why I am not a Christian (1927), Marriage and Morals (1929), The Conquest of Happiness (1930), An Inquiry into Meaning and Truth (1940) en Unpopular Essays (1950). In WO I verloor hij door zijn openlijke antimilitaristische stellingnames zijn job in Cambridge, waarna hij in 1918 werd veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf. Hartstochtelijk bestrijder van seksuele taboes, kernwapens, godsdienstwaanzin en extreem nationalisme. Op 89-jarige leeftijd organiseerde hij nog een berucht en naar hem genoemd Tribunaal ter veroordeling van de Amerikaanse oorlog in Vietnam.
luc sante (1954) werd geboren in het Belgische Verviers en emigreerde in 1963 met zijn ouders naar de Verenigde Staten. Hij is nog steeds in het trotse bezit van een Belgisch paspoort en publiceert regelmatig in de New York Review of Books, Granta